De kabuki-acteur Onoe Matsusuke I in de rol van Hige no Okju

De acteur Onoe Matsusuke I (1744-1815) in der rol van Hige no Okju. De prent is voorzien van een signatuur Shunei ga en een de kiwame censuurzegels, die tussen 1791 - 1842 werden gebruikt. <BR> <BR> Net zoals drie acteursprenten prenten van Katsukawa Shunkô in de collectie van het Tropenmuseum (inv.nr. 4133-339 t/m 341), is deze prent van Shunei mogelijk ook geen origineel, maar herdruk of reproductie. Na de gedwongen 'opening' van Japan voor buitenlandse handel rond 1860, kwam langzamerhand een handel in gekleurde houtsneden (ukiyo-e) naar het Westen op. Dat hierbij uiteraard kopieën, gewijzigde versies en facsimile’s verhandeld werden, is niet verbazingwekkend (Takahashi 174-175). <BR> <BR> Steward vermeld dat herdrukken (van het originele drukblok) geen nieuwe uitvinding waren. Zolang de originele drukblok bestond konden er prenten van worden gemaakt, waarbij weliswaar de kwaliteit afnam. Sommige uitgevers in Edo verkochten de versleten houten drukblokken aan een uitgever in een andere stad, die de versleten delen naar eigen inzicht of naar het oorspronkelijke ontwerp liet bijsnijden. Verder schrijft hij dat zelfs tijdens het leven van kunstenaars vervalsingen werden vervaardigd door concurrerende artiesten. Reproducties ten slotte, zijn prenten van een nieuwe drukblok, die gesneden is naar een prent of fotografie. (Steward 1979, hoofdstuk 4, zie weblink WWW000378).<BR> <BR> Kabuki is een theatervorm die in de Edo-periode (1600 – 1868) ontstond. Het is de theatervorm van de bourgeoisie, die in datzelfde tijdperk van stabiele vrede opkwam. Het theater kenmerkte zich vooral in het begin door een hoge sensualiteit en werd een pleisterplek voor prostitutie. Al in 1629 werd het vrouwen verboden om te acteren, zodat jongens de vrouwenrollen op zich namen (wakashū kabuki). Dit leidde echter evengoed tot prostitutie en werd in 1652 verboden. Daarop ontwikkelde zich het hoog gestileerde mannen-kabuki (yarô kabuki). Door een gestileerde houdingen en bewegingen probeerden die mannen de vrouwenrollen te vervullen. (Cambridge Encyclopedia of Japan, 1993). <BR> <BR> Kabuki is een acteurstheater bij uitsteek; de acteur geeft de toon aan en week vaak af van de teksten van de auteurs. De populariteit van toenmalige kabuki-acteurs kan vergeleken worden met de huidige filmsterren. Daarom ontstonden er in de loop van de tijd zogenoemde acteursprenten (yakusha-e), die populaire acteurs meestal ten voeten uit weergeven in een bepaalde rol. De eerste van die prenten waren nog geen portretten met persoonlijke karakteristieken van de acteurs. Pas Katsukawa Shunkô, naar wie deze prent is gemaakt, begon vanaf 1760 identificeerbare acteursportretten te maken. (Takahashi 1973, 9-10, 160 & informatie Rijksmuseum Volkenkunde, Leiden).<BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> De Japanse kleurenhoutsneden werden toentertijd niet als kunst beschouwd, maar eerder als een massaproduct. Bij de productie van een prent waren meer dan een partij betrokken. In het creatieve werkproces waren de kunstenaar, de houtsnijder en de drukker betrokken. Voor het administratieve proces waren de uitgever als opdrachtgever, de diverse ambtenaren voor de censuur en de distributeurs voor de verspreiding van de prenten in de winkels in de stad verantwoordelijk. <BR> <BR> De meeste prenten werden in een onbekend hoge oplage zijn gedrukt. Het is moeilijk om cijfers te noemen, maar er zijn zeker prentenseries met een oplage van meerdere duizend. Zolang de originele drukblok bestond, konden er prenten van worden gemaakt, die weliswaar afnamen in de kwaliteit, want de blokken raakten versleten.

De kabuki-acteur Onoe Matsusuke I in de rol van Hige no Okju

De acteur Onoe Matsusuke I (1744-1815) in der rol van Hige no Okju. De prent is voorzien van een signatuur Shunei ga en een de kiwame censuurzegels, die tussen 1791 - 1842 werden gebruikt. <BR> <BR> Net zoals drie acteursprenten prenten van Katsukawa Shunkô in de collectie van het Tropenmuseum (inv.nr. 4133-339 t/m 341), is deze prent van Shunei mogelijk ook geen origineel, maar herdruk of reproductie. Na de gedwongen 'opening' van Japan voor buitenlandse handel rond 1860, kwam langzamerhand een handel in gekleurde houtsneden (ukiyo-e) naar het Westen op. Dat hierbij uiteraard kopieën, gewijzigde versies en facsimile’s verhandeld werden, is niet verbazingwekkend (Takahashi 174-175). <BR> <BR> Steward vermeld dat herdrukken (van het originele drukblok) geen nieuwe uitvinding waren. Zolang de originele drukblok bestond konden er prenten van worden gemaakt, waarbij weliswaar de kwaliteit afnam. Sommige uitgevers in Edo verkochten de versleten houten drukblokken aan een uitgever in een andere stad, die de versleten delen naar eigen inzicht of naar het oorspronkelijke ontwerp liet bijsnijden. Verder schrijft hij dat zelfs tijdens het leven van kunstenaars vervalsingen werden vervaardigd door concurrerende artiesten. Reproducties ten slotte, zijn prenten van een nieuwe drukblok, die gesneden is naar een prent of fotografie. (Steward 1979, hoofdstuk 4, zie weblink WWW000378).<BR> <BR> Kabuki is een theatervorm die in de Edo-periode (1600 – 1868) ontstond. Het is de theatervorm van de bourgeoisie, die in datzelfde tijdperk van stabiele vrede opkwam. Het theater kenmerkte zich vooral in het begin door een hoge sensualiteit en werd een pleisterplek voor prostitutie. Al in 1629 werd het vrouwen verboden om te acteren, zodat jongens de vrouwenrollen op zich namen (wakashū kabuki). Dit leidde echter evengoed tot prostitutie en werd in 1652 verboden. Daarop ontwikkelde zich het hoog gestileerde mannen-kabuki (yarô kabuki). Door een gestileerde houdingen en bewegingen probeerden die mannen de vrouwenrollen te vervullen. (Cambridge Encyclopedia of Japan, 1993). <BR> <BR> Kabuki is een acteurstheater bij uitsteek; de acteur geeft de toon aan en week vaak af van de teksten van de auteurs. De populariteit van toenmalige kabuki-acteurs kan vergeleken worden met de huidige filmsterren. Daarom ontstonden er in de loop van de tijd zogenoemde acteursprenten (yakusha-e), die populaire acteurs meestal ten voeten uit weergeven in een bepaalde rol. De eerste van die prenten waren nog geen portretten met persoonlijke karakteristieken van de acteurs. Pas Katsukawa Shunkô, naar wie deze prent is gemaakt, begon vanaf 1760 identificeerbare acteursportretten te maken. (Takahashi 1973, 9-10, 160 & informatie Rijksmuseum Volkenkunde, Leiden).<BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> De Japanse kleurenhoutsneden werden toentertijd niet als kunst beschouwd, maar eerder als een massaproduct. Bij de productie van een prent waren meer dan een partij betrokken. In het creatieve werkproces waren de kunstenaar, de houtsnijder en de drukker betrokken. Voor het administratieve proces waren de uitgever als opdrachtgever, de diverse ambtenaren voor de censuur en de distributeurs voor de verspreiding van de prenten in de winkels in de stad verantwoordelijk. <BR> <BR> De meeste prenten werden in een onbekend hoge oplage zijn gedrukt. Het is moeilijk om cijfers te noemen, maar er zijn zeker prentenseries met een oplage van meerdere duizend. Zolang de originele drukblok bestond, konden er prenten van worden gemaakt, die weliswaar afnamen in de kwaliteit, want de blokken raakten versleten.