Kamunyinga

Het masker, 'munyinga' geheten, is een initiatiemasker. Het wordt vervaardigd aan het begin van de initiatieperiode en Munyinga staat bovenaan in de hiërarchie van maskers die tijdens deze periode optreden.<BR> Het masker wordt beheerd door het geheime Bwadi (of Buadi) genootschap dat actief is onder de verschillende Kuba volkeren. De belangrijkste taak van dit genootschap is ook de initiatie van de jonge jongens. De initiatie zelf speelt zich diep in het regenwoud af, ver van de rest van de samenleving. Tijdens deze periode van afzondering krijgen de jongens via verhalen, liederen en raadsels esoterische kennis overgedragen. Tegelijkertijd leren ze ook praktische vaardigheden, zoals het zelf kunnen vervaardigen van fluiten, bromhoutjes, danskostuums en verschillende maskers. <BR> Maskers vormen een essentieel onderdeel van de initiatieperiode en de ze worden allemaal vervaardigd van het natuurlijke materiaal dat in het regenwoud zelf te vinden is. Het ‘munyinga’ masker is bijvoorbeeld gevlochten van koord uit plantaardige vezels, de kraag bestaat uit raffia strengen, in de top steken veren en tussen de ogen is de snavel van een neushoornvogel aangebracht. De maskers worden gedragen met een kostuum van dierenhuid en verder aangekleed met accessoires, zoals een pijl en boog en bellen. Al deze elementen zorgen voor een nauwe verbinding van het masker met het woud en de jacht. Het woud is de verblijfplaats van de natuurgeesten die via de maskers ‘spreken’ tot de jongens in het initiatiekamp. <BR> Naast zijn rol tijdens de initiatieperiode treedt het masker ook op tijdens begrafenissen van reeds geïnitieerde mannen. <BR> Dit maskertype wordt door meerdere bevolkingsgroepen in het Lulua- en Kasaïrivier gebied (in het zuiden van de DR Congo) gebruikt. Het wordt aangetroffen bij de noordelijke Kete, de zuidelijke Bushong, de Lulua, de Biombo en de Cwa. Elk van deze, aan de Kuba verwante volkeren, heeft een eigen variant op 'munyinga' ontwikkeld. Zo is een soortgelijk masker uit de collectie (AM-72-30) afkomstig van de Biombo, een buurvolk van de Kete. (Sonja Wijs, 2016)<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Het masker is wijdmazig, diagonaal gevlochten met richtingverandering van de vlechtdraad bij elke kruising. De band over de top is gevlochten in een dichte, rechte tweeslag. De kraag bestaat uit gedroogde grashalmen. De ogen zijn gemaakt volgens de gewone omslingering, in de neushoornvogelsnavel zijn gaatjes geboord, waarna deze middels draadjes aan het masker is vastgezet. Bovenop zijn veren bevestigd, aan de zijkant en achterkant hangen kleine kwastjes van riet.

Kamunyinga

Het masker, 'munyinga' geheten, is een initiatiemasker. Het wordt vervaardigd aan het begin van de initiatieperiode en Munyinga staat bovenaan in de hiërarchie van maskers die tijdens deze periode optreden.<BR> Het masker wordt beheerd door het geheime Bwadi (of Buadi) genootschap dat actief is onder de verschillende Kuba volkeren. De belangrijkste taak van dit genootschap is ook de initiatie van de jonge jongens. De initiatie zelf speelt zich diep in het regenwoud af, ver van de rest van de samenleving. Tijdens deze periode van afzondering krijgen de jongens via verhalen, liederen en raadsels esoterische kennis overgedragen. Tegelijkertijd leren ze ook praktische vaardigheden, zoals het zelf kunnen vervaardigen van fluiten, bromhoutjes, danskostuums en verschillende maskers. <BR> Maskers vormen een essentieel onderdeel van de initiatieperiode en de ze worden allemaal vervaardigd van het natuurlijke materiaal dat in het regenwoud zelf te vinden is. Het ‘munyinga’ masker is bijvoorbeeld gevlochten van koord uit plantaardige vezels, de kraag bestaat uit raffia strengen, in de top steken veren en tussen de ogen is de snavel van een neushoornvogel aangebracht. De maskers worden gedragen met een kostuum van dierenhuid en verder aangekleed met accessoires, zoals een pijl en boog en bellen. Al deze elementen zorgen voor een nauwe verbinding van het masker met het woud en de jacht. Het woud is de verblijfplaats van de natuurgeesten die via de maskers ‘spreken’ tot de jongens in het initiatiekamp. <BR> Naast zijn rol tijdens de initiatieperiode treedt het masker ook op tijdens begrafenissen van reeds geïnitieerde mannen. <BR> Dit maskertype wordt door meerdere bevolkingsgroepen in het Lulua- en Kasaïrivier gebied (in het zuiden van de DR Congo) gebruikt. Het wordt aangetroffen bij de noordelijke Kete, de zuidelijke Bushong, de Lulua, de Biombo en de Cwa. Elk van deze, aan de Kuba verwante volkeren, heeft een eigen variant op 'munyinga' ontwikkeld. Zo is een soortgelijk masker uit de collectie (AM-72-30) afkomstig van de Biombo, een buurvolk van de Kete. (Sonja Wijs, 2016)<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Het masker is wijdmazig, diagonaal gevlochten met richtingverandering van de vlechtdraad bij elke kruising. De band over de top is gevlochten in een dichte, rechte tweeslag. De kraag bestaat uit gedroogde grashalmen. De ogen zijn gemaakt volgens de gewone omslingering, in de neushoornvogelsnavel zijn gaatjes geboord, waarna deze middels draadjes aan het masker is vastgezet. Bovenop zijn veren bevestigd, aan de zijkant en achterkant hangen kleine kwastjes van riet.