Cuna (Perez de Barrados, 1958:127)

Vals<BR> Dit platte mensfiguurtje stelt vermoedelijk een kind in een wiegje voor (cuna, Perez de Barradas, 1958:127,128, 196). In draadvorm is een mensfiguur met de handen voor de borst uitgebeeld. <BR> Mrs. C. Plazas de Nieto, als antropologe verbonden aan het Museo de Oro, Bogotá, Colombia, was van mening dat het hier een replica betreft. Qua stijl vond ze het voortreffelijk nagemaakt en niet van echt te onderscheiden. Echter, de structuur van het goud wees er volgens haar op, dat niet een pre-Columbiaanse Indiaan het object vervaardigd heeft, maar een haastige goudsmid van nu (in 1965). De kristallisatie in het goud vormt bij trage afkoeling enigszins langwerpige kristallen die hier ontbreken. Dit zou wijzen op een snelle afkoeling na het gieten, vermoedelijk door onderdompeling in water. <BR> Mrs. C. Plazas de Nieto bezocht het Tropenmuseum op 10 augustus 1972, tijdens een studiereis langs Europese musea om collecties van pre-Columbiaans gouden voorwerpen uit Colombia te bestuderen en registreren.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> à Cire perdue gegoten, waarbij de was bij het gieten verdwijnt en het metaal de vorm van de mal aanneemt. Op een dun plaatje was wordt met wasdraden de voorstelling gevormd. Het geheel wordt met een kleimantel omgeven, op enkele openingen na, en verhit, zodat de klei hard wordt, de was smelt en wegloopt uit de openingen. In de zo ontstane holte wordt het verhitte goud gegoten. Na stolling wordt de mantel verwijderd en blijft het gegoten voorwerp over.

Cuna (Perez de Barrados, 1958:127)

Vals<BR> Dit platte mensfiguurtje stelt vermoedelijk een kind in een wiegje voor (cuna, Perez de Barradas, 1958:127,128, 196). In draadvorm is een mensfiguur met de handen voor de borst uitgebeeld. <BR> Mrs. C. Plazas de Nieto, als antropologe verbonden aan het Museo de Oro, Bogotá, Colombia, was van mening dat het hier een replica betreft. Qua stijl vond ze het voortreffelijk nagemaakt en niet van echt te onderscheiden. Echter, de structuur van het goud wees er volgens haar op, dat niet een pre-Columbiaanse Indiaan het object vervaardigd heeft, maar een haastige goudsmid van nu (in 1965). De kristallisatie in het goud vormt bij trage afkoeling enigszins langwerpige kristallen die hier ontbreken. Dit zou wijzen op een snelle afkoeling na het gieten, vermoedelijk door onderdompeling in water. <BR> Mrs. C. Plazas de Nieto bezocht het Tropenmuseum op 10 augustus 1972, tijdens een studiereis langs Europese musea om collecties van pre-Columbiaans gouden voorwerpen uit Colombia te bestuderen en registreren.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> à Cire perdue gegoten, waarbij de was bij het gieten verdwijnt en het metaal de vorm van de mal aanneemt. Op een dun plaatje was wordt met wasdraden de voorstelling gevormd. Het geheel wordt met een kleimantel omgeven, op enkele openingen na, en verhit, zodat de klei hard wordt, de was smelt en wegloopt uit de openingen. In de zo ontstane holte wordt het verhitte goud gegoten. Na stolling wordt de mantel verwijderd en blijft het gegoten voorwerp over.