Geborduurde katoenen gordel

Volgens de verklaring van mevr. Ayten Surur, lerares aan T.G.S.Y. School in Istanbul in 1972, hadden heel wijde vrouwenbroeken bovenaan een schuif waar de gordel doorheen geregen werd om de broek in de taille in te rimpelen. De uiteinden werden middenvoor geknoopt. <BR> <BR> In het Ottomaanse Rijk werd geborduurd textiel gebruikt in het dagelijks leven en ook tijdens feestdagen zoals huwelijken, besnijdenisfeesten en geboortedagen. Het met de hand geborduurde textiel was een symbool van de status en rijkdom van de familie van de vrouw en vertegenwoordigde ook haar talent als borduurster. Huishoudelijk borduurwerk werd niet alleen voor eigen gebruik maar ook voor de handel gemaakt. Mannen en vrouwen hebben allebei geborduurd. Mannen werkten in ateliers en meestal met duur materiaal zoals parels, goud en half edelstenen. Vrouwen werkten voornamelijk thuis. Borduren behoorde tot de opvoeding van een meisje. Ze borduurden niet alleen voor hun eigen bruidschat maar ook voor de verkoop. Vandaag de dag bestaan bruidschatten in kleine steden maar ook in grote steden vaak uit zelfgeborduurd textiel. Hoewel met de hand geborduurde doeken nog steeds bestaan, neemt het machinaal geborduurd textiel toe.<BR> <BR> Het te borduren weefsel (vroeger veel zijde tegenwoordig katoen en linnen) wordt op een rond borduurraam, "kasnak", of een rechthoekig raam, "gergef", gespannen, dat op pootjes staat zodat de borduurster erbij kan zitten. Het motief wordt met een mal aangebracht: een stuk papier waarin de tekening met een naald doorgeprikt werd. Met een mousselinen beursje, waarin houtskoolpoeder zit, borduurt men op de doorgeprikte tekening. Op het doek wordt de zwarte puntjestekening met waterverf en penseel nog lichtjes verduidelijkt (I).<BR> <BR> Voor het borduren wordt zijde, goud enzilverdraad gebruikt (nu veel imitatie op basis van koper, lurex enz.) Er zijn tientallen soorten borduursteken bekend met welluidende namen als balik sirti (dichte visgraatsteek), sarma (satijnsteek), puan (satijnsteek voor ronde vlakjes), sira isi (dubbele rijgsteek in recht, duz, diagonale, verev, of ronde uitvoering, done done), pesent (rijgsteek op nauwkeurig afgetelde draden van het weefsel), goreme (omtrekborduursel), lokum (stro-vlechtwerk), kesme (het uittrekken van weefseldraden en doorweven met de naald) en nog vele andere (I).<BR> <BR> Borduren "isleme" is de meest voorkomende vorm van textiel versiering in Anatolië. Het maakt onderdeel uit van kleding en huisversiering. Maar ook wordt het soms gebruikt als cadeauverpakkingsmateriaal. <BR> <BR> De oudste bewaarde borduursels dateren uit de 16de eeuw. De 16de eeuw was op borduurgebied een hoogtepunt in het Ottomaanse Rijk. Gestileerd en naturalistisch werden er rozen, tulpen, anjers, artisjokken en granaatappels geborduurd. Rood, blauw, groen, geel, wit en zwart waren de meest gebruikte kleuren in het Ottomaanse borduurwerk tot de 18de eeuw. Vanaf de 16de eeuw heeft men ook vaak sim gebruikt om te borduren. Sim is draad vervaardigd van goud en zilver met hulp van een zogenaamde pletmolen. Istanbul speelde een belangrijke rol in de productie van sim in zogenaamde simmakerijen (simkeshane). Dit was een duur materiaal dat door rijke families werd gekocht.<BR> <BR> Vanaf de tweede helft van de 18de eeuw was de invloed van de Europese kunst en technologie in Ottomaanse cultuur en levenswijze ook te zien in het borduurwerk. Indrukwekkende voorbeelden hiervan ontstaan in het 18de en 19de eeuwse borduurwerk. Deze worden gekenmerkt door motieven zoals landschappen, huizen, moskeeën, boeketten, heiligengraven, tenten, tuinen, grafstenen, oude letters, geometrische vormen, mensen en dieren, schepen, vlaggen, wapens en muziek instrumenten. Ook het kleurenpalet werd rijker. Dankzij chemische verven hebben de borduursels levendiger kleuren gekregen. Men experimenteerde veel met diepte door toepassing van schaduwtinten (II). <BR> De traditionele technieken van het borduren die veel geduld en talent vragen, worden sinds de 20ste eeuw niet meer gebruikt. Deze technieken worden nu alleen maar in speciale meisjesinstituten (gespecialiseerde handwerkvakscholen) onderwezen. Machinewerk vervangt tegenwoordig vaak handwerk waarbij goud en zilver draad door koperdraad wordt vervangen en zijde door nylon.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> De inheemse witte katoenen stof is in linnenbinding op een roller-ophaler weefgetouw (zie afbeelding p. 23 lit I) geweven. De korte uiteinden zijn geborduurd met voorstellingen van vermoedelijk bloemmotieven met rechthoekige vlakjes van goudband. Voor het goudband is de platsteek gebruikt (III). Aan de lange kant met de rolzoom is bij de geborduurde uiteinden een variatie van de knoopsgatensteek of festonneersteek.<BR> <BR> <BR>

Geborduurde katoenen gordel

Volgens de verklaring van mevr. Ayten Surur, lerares aan T.G.S.Y. School in Istanbul in 1972, hadden heel wijde vrouwenbroeken bovenaan een schuif waar de gordel doorheen geregen werd om de broek in de taille in te rimpelen. De uiteinden werden middenvoor geknoopt. <BR> <BR> In het Ottomaanse Rijk werd geborduurd textiel gebruikt in het dagelijks leven en ook tijdens feestdagen zoals huwelijken, besnijdenisfeesten en geboortedagen. Het met de hand geborduurde textiel was een symbool van de status en rijkdom van de familie van de vrouw en vertegenwoordigde ook haar talent als borduurster. Huishoudelijk borduurwerk werd niet alleen voor eigen gebruik maar ook voor de handel gemaakt. Mannen en vrouwen hebben allebei geborduurd. Mannen werkten in ateliers en meestal met duur materiaal zoals parels, goud en half edelstenen. Vrouwen werkten voornamelijk thuis. Borduren behoorde tot de opvoeding van een meisje. Ze borduurden niet alleen voor hun eigen bruidschat maar ook voor de verkoop. Vandaag de dag bestaan bruidschatten in kleine steden maar ook in grote steden vaak uit zelfgeborduurd textiel. Hoewel met de hand geborduurde doeken nog steeds bestaan, neemt het machinaal geborduurd textiel toe.<BR> <BR> Het te borduren weefsel (vroeger veel zijde tegenwoordig katoen en linnen) wordt op een rond borduurraam, "kasnak", of een rechthoekig raam, "gergef", gespannen, dat op pootjes staat zodat de borduurster erbij kan zitten. Het motief wordt met een mal aangebracht: een stuk papier waarin de tekening met een naald doorgeprikt werd. Met een mousselinen beursje, waarin houtskoolpoeder zit, borduurt men op de doorgeprikte tekening. Op het doek wordt de zwarte puntjestekening met waterverf en penseel nog lichtjes verduidelijkt (I).<BR> <BR> Voor het borduren wordt zijde, goud enzilverdraad gebruikt (nu veel imitatie op basis van koper, lurex enz.) Er zijn tientallen soorten borduursteken bekend met welluidende namen als balik sirti (dichte visgraatsteek), sarma (satijnsteek), puan (satijnsteek voor ronde vlakjes), sira isi (dubbele rijgsteek in recht, duz, diagonale, verev, of ronde uitvoering, done done), pesent (rijgsteek op nauwkeurig afgetelde draden van het weefsel), goreme (omtrekborduursel), lokum (stro-vlechtwerk), kesme (het uittrekken van weefseldraden en doorweven met de naald) en nog vele andere (I).<BR> <BR> Borduren "isleme" is de meest voorkomende vorm van textiel versiering in Anatolië. Het maakt onderdeel uit van kleding en huisversiering. Maar ook wordt het soms gebruikt als cadeauverpakkingsmateriaal. <BR> <BR> De oudste bewaarde borduursels dateren uit de 16de eeuw. De 16de eeuw was op borduurgebied een hoogtepunt in het Ottomaanse Rijk. Gestileerd en naturalistisch werden er rozen, tulpen, anjers, artisjokken en granaatappels geborduurd. Rood, blauw, groen, geel, wit en zwart waren de meest gebruikte kleuren in het Ottomaanse borduurwerk tot de 18de eeuw. Vanaf de 16de eeuw heeft men ook vaak sim gebruikt om te borduren. Sim is draad vervaardigd van goud en zilver met hulp van een zogenaamde pletmolen. Istanbul speelde een belangrijke rol in de productie van sim in zogenaamde simmakerijen (simkeshane). Dit was een duur materiaal dat door rijke families werd gekocht.<BR> <BR> Vanaf de tweede helft van de 18de eeuw was de invloed van de Europese kunst en technologie in Ottomaanse cultuur en levenswijze ook te zien in het borduurwerk. Indrukwekkende voorbeelden hiervan ontstaan in het 18de en 19de eeuwse borduurwerk. Deze worden gekenmerkt door motieven zoals landschappen, huizen, moskeeën, boeketten, heiligengraven, tenten, tuinen, grafstenen, oude letters, geometrische vormen, mensen en dieren, schepen, vlaggen, wapens en muziek instrumenten. Ook het kleurenpalet werd rijker. Dankzij chemische verven hebben de borduursels levendiger kleuren gekregen. Men experimenteerde veel met diepte door toepassing van schaduwtinten (II). <BR> De traditionele technieken van het borduren die veel geduld en talent vragen, worden sinds de 20ste eeuw niet meer gebruikt. Deze technieken worden nu alleen maar in speciale meisjesinstituten (gespecialiseerde handwerkvakscholen) onderwezen. Machinewerk vervangt tegenwoordig vaak handwerk waarbij goud en zilver draad door koperdraad wordt vervangen en zijde door nylon.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> De inheemse witte katoenen stof is in linnenbinding op een roller-ophaler weefgetouw (zie afbeelding p. 23 lit I) geweven. De korte uiteinden zijn geborduurd met voorstellingen van vermoedelijk bloemmotieven met rechthoekige vlakjes van goudband. Voor het goudband is de platsteek gebruikt (III). Aan de lange kant met de rolzoom is bij de geborduurde uiteinden een variatie van de knoopsgatensteek of festonneersteek.<BR> <BR> <BR>