Doorboorde steen van graafstok

De steen dient ter verzwaring van de graafstok, en als zodanig alleen in die streken waar de bodem hard en taai is. De graafstok werd gebruikt bij het verzamelen van voedsel (voornamelijk de taak van vrouwen), bij het maken van graven, valkuilen, of als wapen.<BR> Op de steen is met witte inkt aangebracht het nr. E 213-6 en de aanduiding ANGWA R.<BR> De lange en moeizame arbeid waarbij de steen werd uitgehold maakte deze steen tot een waardevol object (Stow 1910: 119).<BR> Dit type gereedschap vindt men ook bij de Aboriginals van Australië en de berg-Papoea's van Nieuw-Guinea.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> De steen wordt eerst gerond zodanig dat een bol- of ovaalvorm ontstond. Vervolgens moest de steen geperforeerd worden. Hiervoor maakten de San gebruik van een soort beitel, lang, dun en met een scherpe punt, de T'wing genaamd.<BR> Men boorde hiermee vanaf twee tegenover elkaar liggende punten van de steen naar het midden. Voordat men met het boren begon werden op de betreffende plaatsen kleine uithollingen gemaakt waarin een paar waterdruppels werden gegoten om de steen te weken. Dit werd tijdens het boren herhaald. Het gaatje waarin men de volgende dag wilde gaan boren werd gevuld met water.<BR> Het boren gebeurde om en om, de ene dag de ene zijde, de tweede dag de andere. Na lange en moeizame arbeid bereikten de gaten elkaar en was het werk voltooid.

Doorboorde steen van graafstok

De steen dient ter verzwaring van de graafstok, en als zodanig alleen in die streken waar de bodem hard en taai is. De graafstok werd gebruikt bij het verzamelen van voedsel (voornamelijk de taak van vrouwen), bij het maken van graven, valkuilen, of als wapen.<BR> Op de steen is met witte inkt aangebracht het nr. E 213-6 en de aanduiding ANGWA R.<BR> De lange en moeizame arbeid waarbij de steen werd uitgehold maakte deze steen tot een waardevol object (Stow 1910: 119).<BR> Dit type gereedschap vindt men ook bij de Aboriginals van Australië en de berg-Papoea's van Nieuw-Guinea.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> De steen wordt eerst gerond zodanig dat een bol- of ovaalvorm ontstond. Vervolgens moest de steen geperforeerd worden. Hiervoor maakten de San gebruik van een soort beitel, lang, dun en met een scherpe punt, de T'wing genaamd.<BR> Men boorde hiermee vanaf twee tegenover elkaar liggende punten van de steen naar het midden. Voordat men met het boren begon werden op de betreffende plaatsen kleine uithollingen gemaakt waarin een paar waterdruppels werden gegoten om de steen te weken. Dit werd tijdens het boren herhaald. Het gaatje waarin men de volgende dag wilde gaan boren werd gevuld met water.<BR> Het boren gebeurde om en om, de ene dag de ene zijde, de tweede dag de andere. Na lange en moeizame arbeid bereikten de gaten elkaar en was het werk voltooid.