Aardewerken schaal met slibversiering

Het bedekken van roodbruin aardewerk met een witte sliblaag werd al vroeg in veel delen van de islamitische wereld toegepast. Alleen in 10de en 11de eeuws Iran, Afghanistan, Oezbekistan en Transoxanië werd op deze witte ondergrond een decoratie met slib aangebracht. De meest voorkomende sierkleuren waren zwart, mangaanbruin en rood. Ondanks het gebruik van het vrij zware materiaal waren de pottenbakkers in staat opmerkelijk dunne wanden voor schalen te creëren. Een aantal pottenbakkerscentra in Nishapur (in Oost-Iran) en Samarqand (toen Afrasiyab genoemd) produceerde voor lokaal gebruik en de export, maar er waren ook kleine centra die alleen voor de lokale markt produceerden. Populaire decoratiemotieven op dit type aardewerk zijn inscripties (soms met messcherpe lijnen aangebracht), eenvoudige geometrische patronen, gestileerde bladvormen en geabstraheerde vogels.<BR> De kom behoort tot de categorie van Iraans keramiek dat wordt gekarakteriseerd door geel uitslaande glazuur in de buurt van de in zwart aangebrachte decoratie. Dit wordt veroorzaakt door een reactie van het zwarte pigment, waarschijnlijk chroom, met de kleurloze loodglazuur. Het beoogde kleureffect was intentioneel: het is mogelijk dat het een goedkope imitatie van luster-aardewerk was. Vaak gebruikten de pottenbakkers twee verschillende zwarte slibs: een met chroom en de ander zonder zodat niet overal een reactie met het glazuur plaatsvond. De chroomloze kleur werd vaak dik aangebracht. <BR> Karakteristiek voor de decoratie op dit type aardewerk is dat deze spaarzaam is aangebracht, veelal in een fries langs de rand met een paar additionele details aan de binnenzijde. Daarin staat het in dezelfde traditie als de visueel sprekende witte kommen en schalen voorzien van een tekstband in een monumentaal maar lastig leesbaar Kufische schriftstijl van het Arabisch, dat veelal werd geproduceerd in Nishapur (zie Wilkinson, 1973: 90-127)<BR> Dit type aardewerk is gevonden in verschillende pottenbakkersplaatsen in Oost-Iran, Afghanistan en Transoxanië. Het werd zowel in de tweede helft van de 10de als in de 11de eeuw geproduceerd. <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Deze kom van rood aardewerk op lage voet heeft onder schuine wanden die naar boven toe bol uitlopen en bij de rand naar binnen krommen. De roodaardewerken scherf is bedekt met een witte sliblaag die spaarzaam is beschilderd met een randfries. Deze is versierd met een meanderlijn en stippen uitgevoerd in bruinzwart slib. Langs de fries en in het centrum zijn nog enkele eenvoudige sierornamenten (zogenaamde pauwenogen) aangebracht. De buitenzijde is spaarzaam versierd met twee gestreepte ovalen en twee driebladen. Het zwartbruine slib is gedeeltelijk geel uitgeslagen. De transparante glazuurlaag ontbreekt op de voet en op het onderste deel van de kom.

Aardewerken schaal met slibversiering

Het bedekken van roodbruin aardewerk met een witte sliblaag werd al vroeg in veel delen van de islamitische wereld toegepast. Alleen in 10de en 11de eeuws Iran, Afghanistan, Oezbekistan en Transoxanië werd op deze witte ondergrond een decoratie met slib aangebracht. De meest voorkomende sierkleuren waren zwart, mangaanbruin en rood. Ondanks het gebruik van het vrij zware materiaal waren de pottenbakkers in staat opmerkelijk dunne wanden voor schalen te creëren. Een aantal pottenbakkerscentra in Nishapur (in Oost-Iran) en Samarqand (toen Afrasiyab genoemd) produceerde voor lokaal gebruik en de export, maar er waren ook kleine centra die alleen voor de lokale markt produceerden. Populaire decoratiemotieven op dit type aardewerk zijn inscripties (soms met messcherpe lijnen aangebracht), eenvoudige geometrische patronen, gestileerde bladvormen en geabstraheerde vogels.<BR> De kom behoort tot de categorie van Iraans keramiek dat wordt gekarakteriseerd door geel uitslaande glazuur in de buurt van de in zwart aangebrachte decoratie. Dit wordt veroorzaakt door een reactie van het zwarte pigment, waarschijnlijk chroom, met de kleurloze loodglazuur. Het beoogde kleureffect was intentioneel: het is mogelijk dat het een goedkope imitatie van luster-aardewerk was. Vaak gebruikten de pottenbakkers twee verschillende zwarte slibs: een met chroom en de ander zonder zodat niet overal een reactie met het glazuur plaatsvond. De chroomloze kleur werd vaak dik aangebracht. <BR> Karakteristiek voor de decoratie op dit type aardewerk is dat deze spaarzaam is aangebracht, veelal in een fries langs de rand met een paar additionele details aan de binnenzijde. Daarin staat het in dezelfde traditie als de visueel sprekende witte kommen en schalen voorzien van een tekstband in een monumentaal maar lastig leesbaar Kufische schriftstijl van het Arabisch, dat veelal werd geproduceerd in Nishapur (zie Wilkinson, 1973: 90-127)<BR> Dit type aardewerk is gevonden in verschillende pottenbakkersplaatsen in Oost-Iran, Afghanistan en Transoxanië. Het werd zowel in de tweede helft van de 10de als in de 11de eeuw geproduceerd. <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Deze kom van rood aardewerk op lage voet heeft onder schuine wanden die naar boven toe bol uitlopen en bij de rand naar binnen krommen. De roodaardewerken scherf is bedekt met een witte sliblaag die spaarzaam is beschilderd met een randfries. Deze is versierd met een meanderlijn en stippen uitgevoerd in bruinzwart slib. Langs de fries en in het centrum zijn nog enkele eenvoudige sierornamenten (zogenaamde pauwenogen) aangebracht. De buitenzijde is spaarzaam versierd met twee gestreepte ovalen en twee driebladen. Het zwartbruine slib is gedeeltelijk geel uitgeslagen. De transparante glazuurlaag ontbreekt op de voet en op het onderste deel van de kom.