De panfluit spelende man stelt mogelijk een sjamaan voor. Hij is op verschillende wijzen verbonden met het overschrijden van grenzen. Op zijn voorhoofd draagt hij de vin van de orka, waarvan het kenmerkend is dat die boven het wateroppervlak uitsteekt. Zijn gezicht is net onder de neus horizontaal in twee kleuren verdeeld dat eveneens lijkt te verwijzen naar de grenssymboliek van een wateroppervlak. Het maken van muziek is een rituele aanduiding dat er een grens wordt overschreden in tijd en ruimte, en panfluitmuziek in het bijzonder wordt tevens geassocieerd met (stromend) water. Het schaakbordpatroon op het onderste deel betekent eveneens een overgang tussen twee werelden. Het thema van grensoverschrijding sluit aan bij de symboliek van mensenoffers, het hoofdthema van de Nasca-iconografie.