Gedrukte koran

Deze koran hoort bij een metalen zilverkleurige korandoos (7071-29a) met bijbehorende standaard (7071-29b). Deze koran is gedrukt maar de tekst is oorspronkelijk gekalligrafeerd in Damascus door kalligraaf Uthman Taha (Aleppo 1934). Deze kalligraaf was lang als kalligraaf verbonden aan het King Fahd Complex for the printing of the Holy Qur’an in Medina. De illuminatie van deze Koran is in de Osmaanse stijl en is in 2004 of 2005 (wat overeenstemt met het Arabische jaartal 1425 AH) uitgegeven door uitgeverij Nur Taqwim in Beirut.<BR> <BR> De Koran is het geschreven woord van God, de verzameling van openbaringen van God aan Zijn boodschapper Mohammed. Deze werden hem overgedragen via de aartsengel Gabriel. De Koran bevat 114 hoofdstukken, die deels in Mohammed’s geboortestad Mekka en deels in Medina, de stad waar hij in 622 na Christus met volgelingen naartoe vluchtte, zijn geopenbaard. Dit jaar wordt ook aangehouden als beginjaar van de Islam. Kort na de dood van Mohammed in 632 gaf zijn opvolger kalief Abu Bakr opdracht tot het verzamelen en op schrift stellen van alle openbaringen. Dat was nodig want een aantal volgelingen dat alle openbaringen uit het hoofd kende was in veldslagen gesneuveld. Alles wat op schrift was gesteld op uiteenlopende materialen als papyrus, perkament, steen en beenderen werd aangevuld met wat volgelingen konden reproduceren en bijeengebracht. Onder de derde kalief Othman, die aan het hoofd van de islamitische gemeenschap stond tussen 644 en 656, hebben geleerden de Koran in hoofdstukken opgedeeld en daarin een volgorde aangebracht op basis van de lengte. De langste kwamen aan het begin, de kortste aan het eind.<BR> <BR> Het aanschaffen van souvenirs als onderdeel van pelgrimage en Mekka als belangrijk handelscentrum gaan beide ver terug in de geschiedenis. Ook al voor de komst van de islam vonden er in en rondom Mekka festivals en bedevaarten plaats waar ook goederen werden verhandeld. Na de komst van de islam werden de bedevaarten gecontinueerd, en was handel tijdens de hadj en de omrah, de kleine bedevaart, toegestaan. Men mocht zijn koopwaar verkopen na het ritueel op de Berg Arafat op dag twee van de pelgrimsrites. Dan kochten pelgrims praktische spullen in voor de terugreis en (luxe)producten als aandenken aan de bedevaart en als geschenk voor familie en vrienden. (Khan 2013, p. 230) Pelgrims brachten ook producten uit het thuisland mee naar Mekka om daar voor een goede prijs te verkopen en zo hun terugtocht te financieren. Al vroeg in de islamitische geschiedenis had het jaarlijkse aanbod op de bedevaartmarkten dus al een internationaal karakter. Dit werd versterkt doordat (al dan niet tijdelijk gevestigde) handelaren in Mekka en havenstad Djedda stoffen en andere producten importeerden speciaal voor die bedevaartmarkten. De diversiteit in het aanbod en de internationale oriëntatie was daarnaast mede te danken aan de aanwezigheid van buitenlandse kunstenaars en ambachtslieden in Mekka die handgemaakte souvenirs (zoals schilderingen van de Ka’ba door Indiase schilders) maakten, zeker in de negentiende eeuw maar naar grote waarschijnlijkheid al veel vroeger. (Porter 2015, pp. 105-107) Voor pelgrims geldt vaak dat de productieplaats van ondergeschikt belang is: het feit dat de aanschaf in Mekka of Medina plaatsvond en het product dus met de heilige steden in contact is geweest is doorslaggevend. (Mols 2013, p. 76) Hoewel het aanbod in de eerste twee decennia van de 21ste eeuw is uitgebreid met bijvoorbeeld uiteenlopende elektronische apparaten en digitale gadgets, hebben sommige souvenirs zoals bidkleden, bidsnoeren, gouden sieraden en Zemzemwater flesjes niets aan populariteit ingeboet, al is hun verschijningsvorm wel aan verandering onderhevig doordat ook modern design zijn intrede doet in het assortiment van pelgrimsartikelen. Wat gebleven is het internationale aanbod van aandenkens, met de kanttekening dat de lokaal geproduceerde souvenirs ook vaak door buitenlandse vaklui worden geproduceerd. <BR>

Gedrukte koran

Deze koran hoort bij een metalen zilverkleurige korandoos (7071-29a) met bijbehorende standaard (7071-29b). Deze koran is gedrukt maar de tekst is oorspronkelijk gekalligrafeerd in Damascus door kalligraaf Uthman Taha (Aleppo 1934). Deze kalligraaf was lang als kalligraaf verbonden aan het King Fahd Complex for the printing of the Holy Qur’an in Medina. De illuminatie van deze Koran is in de Osmaanse stijl en is in 2004 of 2005 (wat overeenstemt met het Arabische jaartal 1425 AH) uitgegeven door uitgeverij Nur Taqwim in Beirut.<BR> <BR> De Koran is het geschreven woord van God, de verzameling van openbaringen van God aan Zijn boodschapper Mohammed. Deze werden hem overgedragen via de aartsengel Gabriel. De Koran bevat 114 hoofdstukken, die deels in Mohammed’s geboortestad Mekka en deels in Medina, de stad waar hij in 622 na Christus met volgelingen naartoe vluchtte, zijn geopenbaard. Dit jaar wordt ook aangehouden als beginjaar van de Islam. Kort na de dood van Mohammed in 632 gaf zijn opvolger kalief Abu Bakr opdracht tot het verzamelen en op schrift stellen van alle openbaringen. Dat was nodig want een aantal volgelingen dat alle openbaringen uit het hoofd kende was in veldslagen gesneuveld. Alles wat op schrift was gesteld op uiteenlopende materialen als papyrus, perkament, steen en beenderen werd aangevuld met wat volgelingen konden reproduceren en bijeengebracht. Onder de derde kalief Othman, die aan het hoofd van de islamitische gemeenschap stond tussen 644 en 656, hebben geleerden de Koran in hoofdstukken opgedeeld en daarin een volgorde aangebracht op basis van de lengte. De langste kwamen aan het begin, de kortste aan het eind.<BR> <BR> Het aanschaffen van souvenirs als onderdeel van pelgrimage en Mekka als belangrijk handelscentrum gaan beide ver terug in de geschiedenis. Ook al voor de komst van de islam vonden er in en rondom Mekka festivals en bedevaarten plaats waar ook goederen werden verhandeld. Na de komst van de islam werden de bedevaarten gecontinueerd, en was handel tijdens de hadj en de omrah, de kleine bedevaart, toegestaan. Men mocht zijn koopwaar verkopen na het ritueel op de Berg Arafat op dag twee van de pelgrimsrites. Dan kochten pelgrims praktische spullen in voor de terugreis en (luxe)producten als aandenken aan de bedevaart en als geschenk voor familie en vrienden. (Khan 2013, p. 230) Pelgrims brachten ook producten uit het thuisland mee naar Mekka om daar voor een goede prijs te verkopen en zo hun terugtocht te financieren. Al vroeg in de islamitische geschiedenis had het jaarlijkse aanbod op de bedevaartmarkten dus al een internationaal karakter. Dit werd versterkt doordat (al dan niet tijdelijk gevestigde) handelaren in Mekka en havenstad Djedda stoffen en andere producten importeerden speciaal voor die bedevaartmarkten. De diversiteit in het aanbod en de internationale oriëntatie was daarnaast mede te danken aan de aanwezigheid van buitenlandse kunstenaars en ambachtslieden in Mekka die handgemaakte souvenirs (zoals schilderingen van de Ka’ba door Indiase schilders) maakten, zeker in de negentiende eeuw maar naar grote waarschijnlijkheid al veel vroeger. (Porter 2015, pp. 105-107) Voor pelgrims geldt vaak dat de productieplaats van ondergeschikt belang is: het feit dat de aanschaf in Mekka of Medina plaatsvond en het product dus met de heilige steden in contact is geweest is doorslaggevend. (Mols 2013, p. 76) Hoewel het aanbod in de eerste twee decennia van de 21ste eeuw is uitgebreid met bijvoorbeeld uiteenlopende elektronische apparaten en digitale gadgets, hebben sommige souvenirs zoals bidkleden, bidsnoeren, gouden sieraden en Zemzemwater flesjes niets aan populariteit ingeboet, al is hun verschijningsvorm wel aan verandering onderhevig doordat ook modern design zijn intrede doet in het assortiment van pelgrimsartikelen. Wat gebleven is het internationale aanbod van aandenkens, met de kanttekening dat de lokaal geproduceerde souvenirs ook vaak door buitenlandse vaklui worden geproduceerd. <BR>