Doek om tempel mee aan te kleden met afbeelding van Arjunawiwaha verhaal

Geborduurde doek voor het versieren van een tempelschrijn met figuren uit het Arjunawiwaha verhaal. <BR> Van rechts naar links is op de doek te zien: Sang Hyang Indra, god die de koning van de hemel is; Merdah, dienaarfiguur; kosmische slang; Kendran, een van de hemelnimfen; mediterende Arjuna met de pijl die hij gaat gebruiken; twee dames in een vijver met een lotusbloem; Supraba, de hemelnimf met wie Arjuna later gaat trouwen; kosmische slang; Sang Hyang Siwa, oppergod; Twalen, dienaarfiguur.<BR> <BR> Arjunawiwaha is het verhaal van het huwelijk van Arjuna. Het is geschreven in de 11e eeuw door Empu Kanwa. Het verhaal gaat als volgt: <BR> In het koninkrijk Iman Imantaka heerste een wrede en slechte koning, Niwata Kawaca. Hij had zijn oog laten vallen op de wonderschone hemelnimf Dewi Supraba. Hij benaderde de god Indra om haar hand te vragen. Indra weigerde echter. Koning Niwata Kawaca leek hem geen goede man voor Dewi Supraba. De koning werd daarop zo boos dat hij het rijk van Indra aanviel. De troepen van Niwata Kawaca waren zo sterk dat het leger van Indra makkelijk werd verslagen. De goden besloten daarop de hulp van Arjuna in te roepen. Maar zij wilden eerst zijn spirituele krachten testen. Terwijl Arjuna aan het mediteren was stuurden de goden zeven knappe hemelnimfen die hem probeerden te verleiden. Arjuna bleef standvastig en doorstond de test. <BR> <BR> Koning Niwata Kawaca realiseerde zich dat Arjuna een probleem voor hem zou worden. Hij stuurde daarom een monster, Momong Murka geheten, dat zichzelf in een everzwijn kon veranderen. Het everzwijn begon het dorp van Arjuna te verwoesten. Arjuna vocht tegen het beest dat zo sterk bleek te zijn dat hij het uiteindelijk met zijn pijl en boog moest doden. Toen hij dichter bij het dode dier kwam zag Arjuna tot zijn verbazing dat er iemand anders bij stond die claimde het everzwijn gedood te hebben. Er ontstond een hevige ruzie over wiens pijl het zwijn nu had geraakt en ze begonnen er zelfs over te vechten. De ander bleek te sterk voor Arjuna. Tot zijn grote schrik veranderde de tegenstander in Siwa en hij knielde direct voor de god. Siwa vroeg Arjuna te helpen in de strijd tegen de kwade koning Niwata Kawaca. <BR> <BR> Arjuna stemde toe en om van de onverslaanbare koning te kunnen winnen bedacht hij een list. Dewi Supraba zou zich overgeven aan Niwata Kawaca om zo achter zijn zwakke plek te komen. Aangezien hij al zo lang verliefd was op de hemelnimf, had de koning niet door dat het een list was. Op een dag kwam zij erachter dat zijn enige zwakke plek zijn tong was. Als die geraakt zou worden zou dit hem onmiddellijk doden. Met deze kennis vielen Arjuna en zijn leger het koninkrijk aan. Gedurende het gevecht hield de koning, die wist dat hij in de list was getrapt, zijn lippen op elkaar. Pas nadat hij dacht Arjuna verslagen te hebben, bulderde hij van de lach en kon Arjuna alsnog met zijn pijl de tong van de koning raken. Hij was op slag dood en zijn leger gaf zich gewonnen. <BR> Als dankbaarheid voor het verslaan van hun vijand mocht Arjuna van de goden met de zeven hemelnimfen trouwen. Hij bleef zeven maanden bij hen in de hemel. Daarna keerde Arjuna terug om zijn land en familie te dienen.

Doek om tempel mee aan te kleden met afbeelding van Arjunawiwaha verhaal

Geborduurde doek voor het versieren van een tempelschrijn met figuren uit het Arjunawiwaha verhaal. <BR> Van rechts naar links is op de doek te zien: Sang Hyang Indra, god die de koning van de hemel is; Merdah, dienaarfiguur; kosmische slang; Kendran, een van de hemelnimfen; mediterende Arjuna met de pijl die hij gaat gebruiken; twee dames in een vijver met een lotusbloem; Supraba, de hemelnimf met wie Arjuna later gaat trouwen; kosmische slang; Sang Hyang Siwa, oppergod; Twalen, dienaarfiguur.<BR> <BR> Arjunawiwaha is het verhaal van het huwelijk van Arjuna. Het is geschreven in de 11e eeuw door Empu Kanwa. Het verhaal gaat als volgt: <BR> In het koninkrijk Iman Imantaka heerste een wrede en slechte koning, Niwata Kawaca. Hij had zijn oog laten vallen op de wonderschone hemelnimf Dewi Supraba. Hij benaderde de god Indra om haar hand te vragen. Indra weigerde echter. Koning Niwata Kawaca leek hem geen goede man voor Dewi Supraba. De koning werd daarop zo boos dat hij het rijk van Indra aanviel. De troepen van Niwata Kawaca waren zo sterk dat het leger van Indra makkelijk werd verslagen. De goden besloten daarop de hulp van Arjuna in te roepen. Maar zij wilden eerst zijn spirituele krachten testen. Terwijl Arjuna aan het mediteren was stuurden de goden zeven knappe hemelnimfen die hem probeerden te verleiden. Arjuna bleef standvastig en doorstond de test. <BR> <BR> Koning Niwata Kawaca realiseerde zich dat Arjuna een probleem voor hem zou worden. Hij stuurde daarom een monster, Momong Murka geheten, dat zichzelf in een everzwijn kon veranderen. Het everzwijn begon het dorp van Arjuna te verwoesten. Arjuna vocht tegen het beest dat zo sterk bleek te zijn dat hij het uiteindelijk met zijn pijl en boog moest doden. Toen hij dichter bij het dode dier kwam zag Arjuna tot zijn verbazing dat er iemand anders bij stond die claimde het everzwijn gedood te hebben. Er ontstond een hevige ruzie over wiens pijl het zwijn nu had geraakt en ze begonnen er zelfs over te vechten. De ander bleek te sterk voor Arjuna. Tot zijn grote schrik veranderde de tegenstander in Siwa en hij knielde direct voor de god. Siwa vroeg Arjuna te helpen in de strijd tegen de kwade koning Niwata Kawaca. <BR> <BR> Arjuna stemde toe en om van de onverslaanbare koning te kunnen winnen bedacht hij een list. Dewi Supraba zou zich overgeven aan Niwata Kawaca om zo achter zijn zwakke plek te komen. Aangezien hij al zo lang verliefd was op de hemelnimf, had de koning niet door dat het een list was. Op een dag kwam zij erachter dat zijn enige zwakke plek zijn tong was. Als die geraakt zou worden zou dit hem onmiddellijk doden. Met deze kennis vielen Arjuna en zijn leger het koninkrijk aan. Gedurende het gevecht hield de koning, die wist dat hij in de list was getrapt, zijn lippen op elkaar. Pas nadat hij dacht Arjuna verslagen te hebben, bulderde hij van de lach en kon Arjuna alsnog met zijn pijl de tong van de koning raken. Hij was op slag dood en zijn leger gaf zich gewonnen. <BR> Als dankbaarheid voor het verslaan van hun vijand mocht Arjuna van de goden met de zeven hemelnimfen trouwen. Hij bleef zeven maanden bij hen in de hemel. Daarna keerde Arjuna terug om zijn land en familie te dienen.