Bedelnap met afbeelding van een derwisj

Bedelnap (kashkul) van seychellennoot met uitgesneden afbeelding van twee derwisjen die gekleed gaan in mantel en hoofddeksels en zijn omringd met rituele attributen. Een van de afgebeelde attributen is een bedelnap; het object verwijst dus naar zichzelf (dit visueel effect heet mise en abyme). De bedelnap is rondom voorzien van een Perzische inscriptie in nastaliq-sierschrift en verder versierd met gestileerde plantmotieven. De inscriptie vermeldt als datering 1279 AH (1862 AD). De bedelnap is voorzien van een metalen (bronzen?) ketting. <BR> <BR> Een bedelnap hoort bij de uitrusting van de derwisj, een aanhanger van het soefisme; de mystieke tak van de islam. Een derwisj heeft de gelofte van armoede afgelegd en leeft met zo min mogelijk bezittingen. Hij gebruikt zijn bedelnap om aalmoezen, zoals voedsel en geld, in ontvangst te nemen maar ook om uit te drinken (Frembgen 1999: 58). Waarschijnlijk hebben soefi's de bedelnap ooit overgenomen van rondtrekkende boeddhistische monniken en hindoeïstische asceten die bijna gelijkvormige bedelschalen met zich meedroegen (Frembgen 1999: 62). De bedelnap is boven alles een teken van bescheidenheid en symboliseert de armoede en het rondzwervende bestaan van de derwisjen (Frembgen 1999: 63). Vaak zelf maakt de derwisj zijn bedelnap zelf, indien hij hem niet van zijn leermeester erft. Bedelnappen zijn ovaal van vorm en worden meestal uit metaal, hout, noot, een halve seychellennoot of een kalebas vervaardigd. Ze zijn tot op de dag van vandaag nog in gebruik in Iran, Afghanistan, Pakistan en India (Frembgen 1999: 61). In Iran zijn bedelnappen tegenwoordig vooral te vinden in het interieur van soefi-loges en in theehuizen.<BR>

Bedelnap met afbeelding van een derwisj

Bedelnap (kashkul) van seychellennoot met uitgesneden afbeelding van twee derwisjen die gekleed gaan in mantel en hoofddeksels en zijn omringd met rituele attributen. Een van de afgebeelde attributen is een bedelnap; het object verwijst dus naar zichzelf (dit visueel effect heet mise en abyme). De bedelnap is rondom voorzien van een Perzische inscriptie in nastaliq-sierschrift en verder versierd met gestileerde plantmotieven. De inscriptie vermeldt als datering 1279 AH (1862 AD). De bedelnap is voorzien van een metalen (bronzen?) ketting. <BR> <BR> Een bedelnap hoort bij de uitrusting van de derwisj, een aanhanger van het soefisme; de mystieke tak van de islam. Een derwisj heeft de gelofte van armoede afgelegd en leeft met zo min mogelijk bezittingen. Hij gebruikt zijn bedelnap om aalmoezen, zoals voedsel en geld, in ontvangst te nemen maar ook om uit te drinken (Frembgen 1999: 58). Waarschijnlijk hebben soefi's de bedelnap ooit overgenomen van rondtrekkende boeddhistische monniken en hindoeïstische asceten die bijna gelijkvormige bedelschalen met zich meedroegen (Frembgen 1999: 62). De bedelnap is boven alles een teken van bescheidenheid en symboliseert de armoede en het rondzwervende bestaan van de derwisjen (Frembgen 1999: 63). Vaak zelf maakt de derwisj zijn bedelnap zelf, indien hij hem niet van zijn leermeester erft. Bedelnappen zijn ovaal van vorm en worden meestal uit metaal, hout, noot, een halve seychellennoot of een kalebas vervaardigd. Ze zijn tot op de dag van vandaag nog in gebruik in Iran, Afghanistan, Pakistan en India (Frembgen 1999: 61). In Iran zijn bedelnappen tegenwoordig vooral te vinden in het interieur van soefi-loges en in theehuizen.<BR>