Groepsfoto ter gelegenheid van het uitreiken van de zilveren ster voor Trouw en Verdienste aan de schrijver 1e klasse te Calang, Si Kimin Maharaja.<BR> <BR> In het midden (met hoge zijden hoed) zit controleur F.W. Stammeshaus. Ter linkerzijde van hem zit teukoe Sobi, oeléëbalang van Rigaih, met zijn kleine gouden ster van trouw en verdienste opgespeld. Rechts van Stammeshaus zit de zojuist gelauwerde Si Kimin Maharaja, met zijn net ontvangen oorkonde. Daarnaast zit Pawang Hasan, die ook bekend stond als Teukoe Poelo Raja. De laatste draagt de kleine gouden ster voor Trouw en Verdienste die hem in 1908 werd uitgereikt en die zich tegenwoordig in de collectie van het Nationaal Museum van Wereldculturen bevindt (TM-674-911). <BR> <BR> De ster voor Trouw en Verdienste was een onderscheiding binnen het Nederlandse koloniale systeem voor “aanzienlijke en verdienstelijke Inlanders en Oostersche vreemdelingen”. De onderscheiding werd uitgereikt tussen 1894 en 1946. De medaille had een twaalfpuntige ster met aan de ene kant het wapen van Nederland en aan de andere kant op een blauw geëmailleerde ondergrond de tekst: Trouw en Verdienste. Het geheel hing aan een Nassau-blauw en oranje lint. Er waren gouden, zilveren en bronzen sterren in de varianten groot en klein.<BR> <BR> In Aceh waren de begunstigden doorgaans oeléëbalangs, leiders binnen de Acehse gemeenschap met bestuurlijke en erfelijke macht. Deze functie werd doorgegeven van vader op zoon. Het Nederlands gezag beloonde hun gedienstigheid met de grote of kleine gouden Ster voor Trouw en Verdienste. De onderdanen van de oeléëbalangs moesten vaak genoegen nemen met een zilveren of bronzen Ster voor Trouw en Verdienste.