[VO] pijl, waarvan de houten punt gestoken is in een 65,5 cm. lange rieten schacht, welke aan het einde is ingekeept. De schacht is onversierd, behalve dat telkens vertikale brede banen van de buitenlaag zijn weggeschrapt, nu eens aan de ene zijde, dan weer aan de andere. De lange, slanke houten punt, welke 47,5 cm. buiten de schacht uitsteekt, is door middel van een windsel van zeer fijn vezelkoord vastgezet, terwijl de 3 cm. lange windselstrook door middel van een donkerbruine kleurstof tot een vrij glad geheel is gemaakt. Verder naar boven toe nog drie stroken (4 à 4,5 cm. lang) welke aldus bruin zijn gekleurd, doch slechts aan het begin en het einde een smalle ring van vezelwikkeling hebben. De eerste twee niet gekleurde segmenten (3 à 3,5 cm. lang) dragen een relief-versiering, met door middel van kalk geaccentueerde contouren; het derde segment is kort, onversierd, en wit gemaakt; het vierde, 5,5 cm. lange segment heeft een scrub-versiering in relief met door kalk wit aangezette contouren. De eindspits is 20 cm. lang en glad, puntig eindigend, aanvankelijk met een smalle vezelring, latter met een onmerkbar omwikkeling van fijn vezeldraad in ruime slagen. De gehele eindspits is met bruine kleefstof besmeerd.