Vork

[VO] gesneden uit het rechter tibia van de casuaris: daarbij is van de achterwand slechts een lengte van 5,7 cm. gehéél en een lengte van 2 cm. gedeeltelijk gehandhaafd. Deze beide stukken vormen één geheel met elkander en met de voorzijde, waarbij de zijkanten weggesneden zijn. De 2 cm. lange stukken (voorzijde en achterzijde met elkaar paarsgewijze <BR> vereinigd) vormen "benen", terwijl uit elk "been" zich drie lange, ronde en scherp gepunte tanden ontwikkelen<BR> [DE] de benen zijn versierd met uitgesneden V-motieven, aan de onderzijde door horizontale lijnen afgesloten; aan de bovenzijde evenwel een zigzagband in relief. Verder naar boven zijn voor- en achterzijde versierd met elk twee series van in relief uitgesneden lijnen, welke in het midden een zak vormen (de achterzijde is minder zorgvuldig gesneden!).<BR> Het geheel is aan de bovenzijde afgesloten door een band met horizontale lijnen; de achterzijde heeft beneden de afsluitband twee horizontale series van 12 punten. De voorzijde zet zich voort met een stuk dat op dezelfde wijze versierd is als het gedeelte beneden de band. <BR> Van het gewricht is slechts gespaard een wand aan voorzijde en top (gedeeltelijk). Dit draagt 5 groeven in de lengte. De beide buitenste groeven hebben elk 6 ronde gaten, de overige slechts twee (corresponderend met de 5e en 6e van de buitenste groeven).<BR> De onderzijde van deze gewrichtswand heeft 4 dwarsgroeven. Een koord door de gaatjes van de zesde rij en de buitenste gaatjes van de vijfde rij geeft gelegenheid tot een versiering van 10 kralen-snoertjes van 3 cm. lengte welke van de onderzijde van de top afhangen; aan het ondereinde van elk snoer is een stukje rode calico bevestigd.<BR> <BR>

Vork

[VO] gesneden uit het rechter tibia van de casuaris: daarbij is van de achterwand slechts een lengte van 5,7 cm. gehéél en een lengte van 2 cm. gedeeltelijk gehandhaafd. Deze beide stukken vormen één geheel met elkander en met de voorzijde, waarbij de zijkanten weggesneden zijn. De 2 cm. lange stukken (voorzijde en achterzijde met elkaar paarsgewijze <BR> vereinigd) vormen "benen", terwijl uit elk "been" zich drie lange, ronde en scherp gepunte tanden ontwikkelen<BR> [DE] de benen zijn versierd met uitgesneden V-motieven, aan de onderzijde door horizontale lijnen afgesloten; aan de bovenzijde evenwel een zigzagband in relief. Verder naar boven zijn voor- en achterzijde versierd met elk twee series van in relief uitgesneden lijnen, welke in het midden een zak vormen (de achterzijde is minder zorgvuldig gesneden!).<BR> Het geheel is aan de bovenzijde afgesloten door een band met horizontale lijnen; de achterzijde heeft beneden de afsluitband twee horizontale series van 12 punten. De voorzijde zet zich voort met een stuk dat op dezelfde wijze versierd is als het gedeelte beneden de band. <BR> Van het gewricht is slechts gespaard een wand aan voorzijde en top (gedeeltelijk). Dit draagt 5 groeven in de lengte. De beide buitenste groeven hebben elk 6 ronde gaten, de overige slechts twee (corresponderend met de 5e en 6e van de buitenste groeven).<BR> De onderzijde van deze gewrichtswand heeft 4 dwarsgroeven. Een koord door de gaatjes van de zesde rij en de buitenste gaatjes van de vijfde rij geeft gelegenheid tot een versiering van 10 kralen-snoertjes van 3 cm. lengte welke van de onderzijde van de top afhangen; aan het ondereinde van elk snoer is een stukje rode calico bevestigd.<BR> <BR>