Papedavork

[VO] bestaande uit 6 palmhouten staafjes, het dikst in het midden (circa 0,3 cm.), naar boven toe zeer dun uitlopend, naar het andere einde de vorm aannemend van ronde, gepunte tanden. Op circa 8 cm. hoogte worden de staafjes over een lengte van 1,5 cm., gevat in een vlechtwerk van vezelkoord; onmiddellijk hierbij aansluitend een vlechtwerk van zeer smalle en dunne rotan-repen, over een lengte van 3,5 cm., waarna het vlechtwerk zich als een zigzagband tot aan de top voortgezet. Met het inzetten van het rotan vlechtwerk worden de bovenhelften der staafjes geleidelijk meer en meer omgetrokken, zodat de toppen tenslotte in een vlak, waarin de vorkpunten liggen.

Papedavork

[VO] bestaande uit 6 palmhouten staafjes, het dikst in het midden (circa 0,3 cm.), naar boven toe zeer dun uitlopend, naar het andere einde de vorm aannemend van ronde, gepunte tanden. Op circa 8 cm. hoogte worden de staafjes over een lengte van 1,5 cm., gevat in een vlechtwerk van vezelkoord; onmiddellijk hierbij aansluitend een vlechtwerk van zeer smalle en dunne rotan-repen, over een lengte van 3,5 cm., waarna het vlechtwerk zich als een zigzagband tot aan de top voortgezet. Met het inzetten van het rotan vlechtwerk worden de bovenhelften der staafjes geleidelijk meer en meer omgetrokken, zodat de toppen tenslotte in een vlak, waarin de vorkpunten liggen.