Deze ketting bestaat uit een divers scala van kralen in verschillende maten, die aan de zijkanten zijn geregen aan touw en katoen, en in het midden aan een dikke zilverdraad. Vanwege dit laatste is het middengedeelte niet flexibel, in tegenstelling tot de zijkanten die gebogen kunnen worden. <BR> Het middengedeelte dat aan de zilverdraad is geregen bestaat uit 9 kralen: de centrale kraal is elipsvormig en van goud en heeft in het midden een geprononceerde puntige sierrand. Deze wordt aan beide zijden geflankeerd door een kleinere gouden kraal met ribbels. Daarna volgen aan elke zijde twee kralen van was omgeven door een goudkleurig plaatje met rijen van vals granulaat waartussen een koralen kraal is geregen. Een van de koralen kralen is gebroken maar wordt door middel van een zilverbandje bij elkaar gehouden. De dikke rijgdraad van zilver waaraan deze 9 kralen zijn geregen mondt daarna aan beide zijdes uit in een cirkelvorm die als bevestigingsoog voor de rest van de ketting functioneert.<BR> Aan de twee ringen zijn aan elke zijde 14 strengen van kleine zilveren kraaltjes (geregen aan strengen touw) vastgemaakt. Het touw wordt naar de uiteindes toe verder versierd: aan elke zijde zijn twee grote bolvormige zilveren kralen met uiteindes versierd met galerijdraad geregen. Tussen die twee kralen is een rechthoekig amuletdoosje met vier bevestigingsogen geregen. Aan de ene zijde eindigt het touw in een lus en aan de andere zijde in een bolvormige knoop, waarmee de ketting kan worden gesloten. <BR> Beide amuletdoosjes zijn versierd met twee goudkleurige rechthoeken omringd door een zilveren rand waarop kleine vierkante plaatjes zijn gesoldeerd. De goudkleurige rechthoeken zijn versierd met kruisen en puntjes.