Fragment van geglazuurd aardewerk met Arabisch schrift

Fragment van een schaal. De decoratie op de volledige schaal bestond waarschijnlijk uit eretitels die verwijzen naar een persoon uit de (militaire) elite in de Mamlukse periode (1250-1517) die werkzaam was in Egypte of Groot-Syrië. Een van de titels op deze scherf luidt ‘al-makhdum’ ofwel ‘de welgediende’.<BR> <BR> Bijzonder aan dit fragment is dat het zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde is voorzien van inscripties. Volgens Watson (2004: 408) concentreerden pottenbakkers de decoratie meestal aan de binnenzijde omdat het technisch lastig was deze ook op de buitenzijde aan te brengen. De toegepaste techniek, het kleurgebruik en de decoratie zijn kenmerkend voor keramiek uit de Mamlukse periode (1250-1517). Dit type aardewerk wordt ook wel barakken-waar genoemd, wat verwijst naar de militaire achtergrond van de opdrachtgevers en het gebruik in de keukens van de militaire elite. Aangezien het hier gaat om vrij ruw gebruikersgoed, is het waarschijnlijk dat het werd gebruikt door het personeel van de elite.<BR> <BR> De Mamlukkendynastie (1250-1517) heerste over het toenmalige Egypte en Syrië. De dynastie werd gevormd door slaven die als jongens gerekruteerd waren in de gebieden van de Kaukasus en de Balkan en naar Cairo gehaald. Daar werden ze bekeerd tot de islam en kregen ze zowel een militaire training als onderwijs in de islam en de Arabische taal en cultuur. Zij staan bekend om hun bouwdrift van multifunctionele religieuze gebouwen; gebouwen waarin bijvoorbeeld een moskee, een religieuze school (madrasa), een mausoleum en een soefiklooster waren verenigd en om de vele objecten zoals korans, moskeelampen, kandelaren en minbars waarmee zij deze gebouwen sierden.<BR> <BR> Ongeacht het materiaal waarin voorwerpen werden gemaakt, was kalligrafie een veelgebruikte en in het oog springende decoratievorm op Mamlukse sier- en gebruiksvoorwerpen. Deze gekalligrafeerde teksten werden vaak op de voorwerpen aangebracht in brede horizontale banden, en uitgevoerd in de schriftsoorten naskh en thuluth. Deze beide schriftsoorten werden in die tijd ook veel gebruikt voor het schoonschrift van de Koran. De inhoud van de tekstbanden bestond vaak uit eretitels van de eigenaar, een sultan of een amir, met zijn persoonsnaam. Dit vergemakkelijkt de datering van Mamlukse objecten. Daarnaast was het goed gebruik om op objecten ook Koranverzen toe te voegen. <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> De roodbruine scherf is bedekt met een witte sliblaag. Daarin is met een scherp voorwerp een decoratie in de vorm van inscripties en kleine gestileerde bloemmotieven gekerfd. Op sommige plaatsen is de decoratie van sgraffito bedekt met een bruine kleur. De scherf is aan beide zijden bestreken met een glazuurlaag die gedeeltelijk ontbreekt. Het fragment is afkomstig van de redelijk rechte wand van een schaal.

Fragment van geglazuurd aardewerk met Arabisch schrift

Fragment van een schaal. De decoratie op de volledige schaal bestond waarschijnlijk uit eretitels die verwijzen naar een persoon uit de (militaire) elite in de Mamlukse periode (1250-1517) die werkzaam was in Egypte of Groot-Syrië. Een van de titels op deze scherf luidt ‘al-makhdum’ ofwel ‘de welgediende’.<BR> <BR> Bijzonder aan dit fragment is dat het zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde is voorzien van inscripties. Volgens Watson (2004: 408) concentreerden pottenbakkers de decoratie meestal aan de binnenzijde omdat het technisch lastig was deze ook op de buitenzijde aan te brengen. De toegepaste techniek, het kleurgebruik en de decoratie zijn kenmerkend voor keramiek uit de Mamlukse periode (1250-1517). Dit type aardewerk wordt ook wel barakken-waar genoemd, wat verwijst naar de militaire achtergrond van de opdrachtgevers en het gebruik in de keukens van de militaire elite. Aangezien het hier gaat om vrij ruw gebruikersgoed, is het waarschijnlijk dat het werd gebruikt door het personeel van de elite.<BR> <BR> De Mamlukkendynastie (1250-1517) heerste over het toenmalige Egypte en Syrië. De dynastie werd gevormd door slaven die als jongens gerekruteerd waren in de gebieden van de Kaukasus en de Balkan en naar Cairo gehaald. Daar werden ze bekeerd tot de islam en kregen ze zowel een militaire training als onderwijs in de islam en de Arabische taal en cultuur. Zij staan bekend om hun bouwdrift van multifunctionele religieuze gebouwen; gebouwen waarin bijvoorbeeld een moskee, een religieuze school (madrasa), een mausoleum en een soefiklooster waren verenigd en om de vele objecten zoals korans, moskeelampen, kandelaren en minbars waarmee zij deze gebouwen sierden.<BR> <BR> Ongeacht het materiaal waarin voorwerpen werden gemaakt, was kalligrafie een veelgebruikte en in het oog springende decoratievorm op Mamlukse sier- en gebruiksvoorwerpen. Deze gekalligrafeerde teksten werden vaak op de voorwerpen aangebracht in brede horizontale banden, en uitgevoerd in de schriftsoorten naskh en thuluth. Deze beide schriftsoorten werden in die tijd ook veel gebruikt voor het schoonschrift van de Koran. De inhoud van de tekstbanden bestond vaak uit eretitels van de eigenaar, een sultan of een amir, met zijn persoonsnaam. Dit vergemakkelijkt de datering van Mamlukse objecten. Daarnaast was het goed gebruik om op objecten ook Koranverzen toe te voegen. <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> De roodbruine scherf is bedekt met een witte sliblaag. Daarin is met een scherp voorwerp een decoratie in de vorm van inscripties en kleine gestileerde bloemmotieven gekerfd. Op sommige plaatsen is de decoratie van sgraffito bedekt met een bruine kleur. De scherf is aan beide zijden bestreken met een glazuurlaag die gedeeltelijk ontbreekt. Het fragment is afkomstig van de redelijk rechte wand van een schaal.