De term 'Koptisch textiel' wordt gebruikt voor weefsels die gevonden zijn in Egyptische graven uit de Romeinse, Koptische en vroeg-islamitische perioden (ca. 2e-9e eeuw na Chr.). In de eerste eeuwen van deze periode was het de gewoonte om doden in hun dagelijkse kleding te begraven. Later ging men ertoe over speciale, kostbare dodenkleding te gebruiken. Door de droge grond en door de conserverende werking van het hout van de doodskist, afkomstig van sycomore, een wilde vijgenboom, zijn vele weefsels in goede staat teruggevonden. Een groot deel van de opgegraven kledingstukken en weefselfragmenten bestaat uit linnen en wollen hemden (tunica) versierd met banden (clavi) en ronde en vierkante belegsels. Deze banden en belegsels zijn meestal van wol in tapisserietechniek (Arabisch: qabati) uitgevoerd.