Deze ceintuur bestaat voor meer dan 60 % uit drie strengen van gevlochten zilverdraad die op korte afstand van elkaar bij elkaar worden gehouden door 9 zilveren ovalen klemmen of ringetjes. Aan deze drie strengen zijn aan de voorzijde 6 grote geornamenteerde zilveren kralen vastgemaakt, waarvan de twee centrale kralen de sluiting vormen. Er is symmetrie aangebracht doordat de buitenste en de middelste kralen gelijk van vorm zijn. <BR> De buitenste twee kralen functioneren als omhulsel van de drie gevlochten strengen. Deze bestaan uit drie aan elkaar gesoldeerde cilindrische buisjes die zijn versierd met drie verticale parelsierranden en 8 op het oppervlak gesoldeerde rosetten. Aan deze buisvormige kralen zijn twee ophangogen bevestigd waardoor ze m.b.v. een pin aan de volgende kraal kunnen worden bevestigd. Op elk ophangoog is ook een roset gesoldeerd. De twee kralen die hieraan zijn bevestigd hebben een iets taps toelopende rechthoekige vorm, die is opgebouwd uit drie horizontale gefaceteerde buisjes met een zigzagversiering in reliëf. Langs de zijkanten zijn parelsierranden van granules aangebracht en op het oppervlak gesoldeerde rosetten. Via een scharniersluiting wordt elk van deze kralen verbonden aan de centrale kraalsluiting die uit twee kralen bestaat. Een kraal is cilindrisch van vorm en is versierd met een rand van granules en twee gearceerde randen. Het andere deel bestaat uit eenzelfde kraal waaraan een ruitvormige kraal met twee uitstekende konische uiteindes, beide bekroond met een koepelvorm met granules, is gesoldeerd. Op de voorzijde van het ruitvormige deel is een gouden plaatje gesoldeerd versierd met florale motieven.