Elk van de oorringen heeft de vorm van een open cirkel waarbij het uiteinde dat door het oor gaat wat spitser toeloopt. Aan het andere uiteinde dijt de ring iets uit. Aan dat uiteinde is een grote gefacetteerde knop gesoldeerd. De veel-vlakkige knop heeft 4 ruitvormige vlakken langs de zijkanten, met daartussen driehoekige vlakjes, en een vierkant vlak aan de onderzijde. <BR> Decoratie: Drie van de vier ruitvormige vlakken zijn versierd met een ruit gevuld met een schuine kruisarcering. Op het vierde ruitvormige vlak is een veel kleinere, en onversierde ruit, mogelijk een makersteken, aangebracht. Op elk van de driehoekige vlakken zijn drie cirkels gestanst. Op het vierkante vlak aan de onderzijde is een centrale cirkel omgeven door kleinere cirkels gestanst. De ringen zelf zijn bij elk van de uiteindes ook met cirkels bewerkt.