Dodenlamp

[VO] dodenlamp bestaat uit klapperdop en lampenhouder.<BR> 1) klapperdop, klein gat bovenin (diam). Rand van het gat <BR> met sierrand en bloembladachtige versiering in bronsverf.<BR> 2) lampenhouder. Bestaat uit een rondhouten stok, dat op <BR> 2/3 van de hoogte viervlakkig is. Uit de 4 vlakken komen <BR> 4 stokjes, die met elkaar verbonden zijn met kleurige<BR> katoendraden (geel-wit-turkoois-zalm).<BR> Naar boven toe krijgt de hoofdstok weer een ronde <BR> doorsnee, en is naar de top toe omwonden met geel <BR> garen. De top is een viervlakkige spitstoelopende punt,<BR> met "bloemblaadjes"aan de basis.<BR> Tussen de 4 punten van de dwarse stokjes<BR> (windrichtingen) en de basis van de bovenpunt zijn<BR> (als bij een parasol) draden gespannen: donkerrood, geel,<BR> turkoois, afgesloten door een met geelgaren omwoelde <BR> textielring onderaan de basis van de punt. De uiteinden<BR> van de 4 stokjes vertonen 4 textielrondjes in oplopende <BR> grootte op elkaar geprikt: paars op groen op wit op geel.<BR> Hiervan hangen sliertjes af: een aan geel garen geregen <BR> rode glaskraal, kèpèng, stukje wit planten merg, kèpèng, <BR> rode glaskraal, pluimpje van geel katoentextiel.<BR> Onderaan de stok is een houten punt bevestigd.<BR> Beneden aan de stok is op 45º tussen twee<BR> windrichtingen in een stuk rotan gespijkerd, dat 90º<BR> naar buiten uitbuigt en vervolgens aan de stok opwaarts<BR> loopt; het einde van de rotan is gespleten en tot korfje <BR> gevlochten. Hierin past een met olie en een lampepit <BR> gevulde eierdop.

Dodenlamp

[VO] dodenlamp bestaat uit klapperdop en lampenhouder.<BR> 1) klapperdop, klein gat bovenin (diam). Rand van het gat <BR> met sierrand en bloembladachtige versiering in bronsverf.<BR> 2) lampenhouder. Bestaat uit een rondhouten stok, dat op <BR> 2/3 van de hoogte viervlakkig is. Uit de 4 vlakken komen <BR> 4 stokjes, die met elkaar verbonden zijn met kleurige<BR> katoendraden (geel-wit-turkoois-zalm).<BR> Naar boven toe krijgt de hoofdstok weer een ronde <BR> doorsnee, en is naar de top toe omwonden met geel <BR> garen. De top is een viervlakkige spitstoelopende punt,<BR> met "bloemblaadjes"aan de basis.<BR> Tussen de 4 punten van de dwarse stokjes<BR> (windrichtingen) en de basis van de bovenpunt zijn<BR> (als bij een parasol) draden gespannen: donkerrood, geel,<BR> turkoois, afgesloten door een met geelgaren omwoelde <BR> textielring onderaan de basis van de punt. De uiteinden<BR> van de 4 stokjes vertonen 4 textielrondjes in oplopende <BR> grootte op elkaar geprikt: paars op groen op wit op geel.<BR> Hiervan hangen sliertjes af: een aan geel garen geregen <BR> rode glaskraal, kèpèng, stukje wit planten merg, kèpèng, <BR> rode glaskraal, pluimpje van geel katoentextiel.<BR> Onderaan de stok is een houten punt bevestigd.<BR> Beneden aan de stok is op 45º tussen twee<BR> windrichtingen in een stuk rotan gespijkerd, dat 90º<BR> naar buiten uitbuigt en vervolgens aan de stok opwaarts<BR> loopt; het einde van de rotan is gespleten en tot korfje <BR> gevlochten. Hierin past een met olie en een lampepit <BR> gevulde eierdop.