Nomoli

De oorspronkelijke beelden dateren uit de 15e tot en met 17e eeuw en zijn waarschijnlijk door de Sherbo of Bulom gehouwen. Ze zijn dus voortbrengselen van een nu verdwenen cultuur, die geen verband houdt met de Mende die tegenwoordig het gebied bewonen.<BR> De beelden werden vaak opgegraven door de Mende bij het cultiveren van hun rijstvelden. Omdat de beelden 'zomaar' worden gevonden en geen duidelijke herkomst hebben worden ze door de huidige bevolking beschouwd als voorouderbeelden van bovennatuurlijke oorsprong. Nomoli worden door hen echter niet gezien als de directe voorouders van de Mende, maar wel als de geesten van de eerste landbouwers. Het geestenrijk van de Nomoli bevindt zich onder de grond, dus het is voor hen ook logisch dat ze in de grond worden gevonden. <BR> De Mende plaatsen deze beelden op de akkers waar zij als vruchtbaarheidssymbool dienst doen en verantwoordelijk zijn voor de groei van het gewas op het hen toevertrouwde rijstveld. Het beeld wordt al naar gelang het oogstresultaat beloond of gestraft. <BR> Het straffen gebeurt door geseling in de hoop de geest tot meer prestaties aan te sporen. De nomoli wordt beloond via een offergave van voedsel, zoals gekookte rijst. Hiervoor is een gat, meestal in het hoofd, aangebracht. Volgens Tagliaferri en Hammacher (1974: 14) zijn deze gaten bij tweederde van de beelden door de huidige gebruikers aangebracht. In enkele gevallen lijkt het of de gaten er al van oorsprong inzaten. <BR> De beelden worden niet alleen gebruikt voor het afsmeken van een goed gewas en het bedanken of bestraffen van de oogst, maar ook als beschermer van de landbouwer en zijn gezin.<BR> <BR> De heer Groenewoud heeft de volgende informatie betreffende de achtergrond van het beeld gegeven: <BR> De figuur werd gekocht van een man uit de Mende-Vai groep in Sierra Leone. De heer Groenewoud bleef zelf in Liberia terwijl hij zijn "handelaar" (bemiddelaar,sic.) de Mano-rivier bij de grens met Sierra Leone zag oversteken. In het gearceerde gebied, zie landkaart op zettel, werd deze 'handelaar' het beeld overhandigd. Het beeld zou afkomstig zijn van de zoon van een paramountchief. De hierarchie is als volgt: paramountchief (over een aantal clanhoofden), clanhoofd, dorpshoofd. Het gebied waarover deze paramountchief zijn gezag uitoefende was ongeveer zo groot als de provincie Utrecht. <BR> Deze beelden hebben een bijzondere betekenis voor de Mende, echter niet voor de Mende-Vai.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Het beeld is uit steen gehouwen. Uit onderzoek in het Mineralogisch Instituut te Basel blijkt dat deze beelden meestal bestaan uit steatiet: talk met mengsels van erts, chloorkalk en anthophylliet. Het is een zachte steensoort om te bewerken.

Nomoli

De oorspronkelijke beelden dateren uit de 15e tot en met 17e eeuw en zijn waarschijnlijk door de Sherbo of Bulom gehouwen. Ze zijn dus voortbrengselen van een nu verdwenen cultuur, die geen verband houdt met de Mende die tegenwoordig het gebied bewonen.<BR> De beelden werden vaak opgegraven door de Mende bij het cultiveren van hun rijstvelden. Omdat de beelden 'zomaar' worden gevonden en geen duidelijke herkomst hebben worden ze door de huidige bevolking beschouwd als voorouderbeelden van bovennatuurlijke oorsprong. Nomoli worden door hen echter niet gezien als de directe voorouders van de Mende, maar wel als de geesten van de eerste landbouwers. Het geestenrijk van de Nomoli bevindt zich onder de grond, dus het is voor hen ook logisch dat ze in de grond worden gevonden. <BR> De Mende plaatsen deze beelden op de akkers waar zij als vruchtbaarheidssymbool dienst doen en verantwoordelijk zijn voor de groei van het gewas op het hen toevertrouwde rijstveld. Het beeld wordt al naar gelang het oogstresultaat beloond of gestraft. <BR> Het straffen gebeurt door geseling in de hoop de geest tot meer prestaties aan te sporen. De nomoli wordt beloond via een offergave van voedsel, zoals gekookte rijst. Hiervoor is een gat, meestal in het hoofd, aangebracht. Volgens Tagliaferri en Hammacher (1974: 14) zijn deze gaten bij tweederde van de beelden door de huidige gebruikers aangebracht. In enkele gevallen lijkt het of de gaten er al van oorsprong inzaten. <BR> De beelden worden niet alleen gebruikt voor het afsmeken van een goed gewas en het bedanken of bestraffen van de oogst, maar ook als beschermer van de landbouwer en zijn gezin.<BR> <BR> De heer Groenewoud heeft de volgende informatie betreffende de achtergrond van het beeld gegeven: <BR> De figuur werd gekocht van een man uit de Mende-Vai groep in Sierra Leone. De heer Groenewoud bleef zelf in Liberia terwijl hij zijn "handelaar" (bemiddelaar,sic.) de Mano-rivier bij de grens met Sierra Leone zag oversteken. In het gearceerde gebied, zie landkaart op zettel, werd deze 'handelaar' het beeld overhandigd. Het beeld zou afkomstig zijn van de zoon van een paramountchief. De hierarchie is als volgt: paramountchief (over een aantal clanhoofden), clanhoofd, dorpshoofd. Het gebied waarover deze paramountchief zijn gezag uitoefende was ongeveer zo groot als de provincie Utrecht. <BR> Deze beelden hebben een bijzondere betekenis voor de Mende, echter niet voor de Mende-Vai.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Het beeld is uit steen gehouwen. Uit onderzoek in het Mineralogisch Instituut te Basel blijkt dat deze beelden meestal bestaan uit steatiet: talk met mengsels van erts, chloorkalk en anthophylliet. Het is een zachte steensoort om te bewerken.