De voorkant van het masker wordt gevormd door een kleine, van zwarte hars 'geboetseerde' apenkop waarin de ogen met spiegelglas zijn aangebracht. Het masker wordt bovenop het hoofd gedragen en behoort bij de warimé-rite (zie zettel 3764-19). Het stelt een mythische godheid voor, die zijn rechteroog uitrukte en hieruit de god Wahary, schepper van de Piaroa, schiep. Het masker wordt door verschillende shamanen vervaardigd en is tijdens deze periode voor vrouwen taboe. De mythische godheid is de grote waterslang, die voor alles bestond. Hij schiep ook Muoka, die op zijn beurt weer de aarde schiep. Wahary, zijn incarnatie is de pekari, het navelzwijn, schiep de Piaroa door hem ' uit een steen te trekken'.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Het kopstuk is gevlochten van rietrepen volgens de open drierichtingsmethode (Lehmann, 19..:55IV). Daarover wordt boombast aangebracht, dat met pendaresap verstevigd is. De rietstrengen worden geknoopt om een draad die met grote steken door de onderrand van het masker gehaald is. De zijkanten zijn met grijswitte verf bestreken met daarop motieven in rode verfstof.