e-gasuri (= beeld-kasuri)

[VO] kimono (haori-model);<BR> [PA] shôchiubai (pijnboon-bamboe-pruimebloesem), ogi (waaier),<BR> tama (levensparel), takara-fundô (koopman's gewicht, <BR> (symbool van voorspoed), kame (schildpad), deels in/cirkels<BR> of vierkanten, afgewisseld door een geometrische <BR> figuratie, alles uitgespaard in wit (naturel)<BR> op een indigoblauwe grond. Alle motieven uitgespaard op de <BR> yoko-ito of inslagdraden zijn ontstaan d.m.v. <BR> de itajimetechniek, terwijl het take of bamboe motief is <BR> ontstaan door de toepassing van de kukuri-gasuri of <BR> afbindtechniek op de tate-ito of scheringdraden. De toegepaste<BR> itajimetechniek valt af te leiden van de smalle streepjes langs <BR> de zelfkanten van het weefsel.<BR> <BR>

e-gasuri (= beeld-kasuri)

[VO] kimono (haori-model);<BR> [PA] shôchiubai (pijnboon-bamboe-pruimebloesem), ogi (waaier),<BR> tama (levensparel), takara-fundô (koopman's gewicht, <BR> (symbool van voorspoed), kame (schildpad), deels in/cirkels<BR> of vierkanten, afgewisseld door een geometrische <BR> figuratie, alles uitgespaard in wit (naturel)<BR> op een indigoblauwe grond. Alle motieven uitgespaard op de <BR> yoko-ito of inslagdraden zijn ontstaan d.m.v. <BR> de itajimetechniek, terwijl het take of bamboe motief is <BR> ontstaan door de toepassing van de kukuri-gasuri of <BR> afbindtechniek op de tate-ito of scheringdraden. De toegepaste<BR> itajimetechniek valt af te leiden van de smalle streepjes langs <BR> de zelfkanten van het weefsel.<BR> <BR>