Beker met de schildering van horizontaal geplaatste trofeehoofden met een grote hoofdtooi. Één hoofd is zonder lichaam het andere heeft wel een horizontaal gestrekt lichaam.<BR> Het hoofd zonder lichaam heeft het voor trofeehoofden kenmerkende halve oog. Beiden hebben haarvlechten vanaf het achterhoofd hangen. Hun hoofdtooien bestaan uit een diadeem met een centraal gezicht gecombineerd met voluten en drie sierelementen die bestaan uit een centrale spits tussen twee voluten, mogelijk gestileerde maïskolven. De zwarte stippen zouden mond en ogen moeten voorstellen, analoog met andere voorbeelden. Rondom deze hoofdtooi zijn haarvlechten geschilderd. Bij het hoofd met het lichaam is aan de hoofdtooi nog een lange sierband geschilderd met rechthoekige sierelementen en haarvlechten.<BR> Hij draagt een tuniek en een lendendoek die met kruisen is beschilderd. Ook bij de benen zijn haarvlechten geschilderd.<BR> Langs de bovenrand zijn vijf trofeehoofden geschilderd met grote hoofdtooien. Hun ogen zijn gesloten.<BR> De bodem is in kwarten verdeeld, alternerend zwart en wit.<BR> <BR> Het trofeehoofd kan ook vervangen worden door het hoofd van de jonge Poemagod.