[KL] geel & vaalwit & sepia & roodbruin;<BR> [VO] kokerdoek uit twee banen aaneengenaaid, geweven wel met <BR> rondgaande schering en daarna doorgesneden en de einden <BR> met een naad aan elkaar genaaid (na ontvangst losgetornd).<BR> Patroon in lengtebanen geheel geikat, in de geelachtige <BR> vaalwitte natuurkleur en sepia in twee tinten, op de<BR> schering; de smalle ongeikatte strookjes roodbruin, de <BR> inslag geheel van sepiakleurige vezelbundels, dikker dan<BR> de schering.<BR> [PA] de 30 cm brede middenstrook van elke baan (die aan <BR> elkander gelijk zijn) is geikat in zeer sterk gestileerde <BR> mensenfiguren in enigszins gehurkte houding en met omlaag<BR> gerichte of gespreide armen. Afgewisseld door zeer bewerke-<BR> lijk geometrische patronen waarin ruit en haakfiguren over-<BR> Twee der menselijke figuren staan omgekeerd. De einden van<BR> deze middenstrook zijn evenals Borneo ikats voorkomt van<BR> verschillende patroon. Geen toeslaan of dubbel vouwen van <BR> de schering als vereenvoudiging van het ikatten.<BR> De middenstrook is gescheiden door ongeikatte smalle <BR> strepen, - aan de ene zijde door twee aan de andere zijde<BR> door drie smallere ikatstroken ingesloten, van welke de<BR> naastbijgelegen zijn geikat in mensenfiguren en geometrisch<BR> patroon, de drie andere allen in geometrisch patroonbanden.<BR>