Armstoel van palissanderhout (Dalbergia sissoo) met een zitkussen van groen fluweel op een van rotan gevlochten zitting. De stoffering van de stoel is origineel. De rug- en armleuningen zijn versierd met ingelegd coromandelhout (Diospyros quaesita). De stoel is voorzien van elegant gebogen armleuningen, van ronde balustervormige en gecanneleerde voorpoten, en van gladde naar achteren gebogen achterpoten. Dit zijn kenmerken van de zogenoemde Raffles-stoel (Terwen-de Loos 1985, 121). Het gebruik van waardevolle houtsoorten voor die stoel is opmerkelijk. De meeste Raffles-stoelen zijn vervaardigd van het goedkopere teakhout. (Van Gompel e.a. 2013, 128). <BR> <BR> Deze stoel is een latere variant van de beroemde Raffles-stoelen, die vanaf de 19de eeuw populair werden op Jawa. De naar buiten uitbochtende rugleuning is een kenmerk van die latere stijl, die tijdens het lange Victoriaanse tijd perk werden vervaardigd. (Terwen-de Loos 1985, 121-127, vergelijk de afb. 77).<BR> <BR> Het begin van 19de eeuw was roerig: de V.O.C. was ten ondergegaan en de napoleontische tijd in Europa leidde tussen 1811 en 1816 tot een Brits interregnum in Indonesië. De Britse Regency-stijl werd de dominante stijl in de meeste Oost-Aziatische handelsposten. Dit korte Britse bewind heeft tot in het begin van de 20ste eeuw duidelijk sporen achtergelaten in de Europese huishoudens op Java. Het meest in het oog springende meubel uit die tijd is de Raffles-stoel , genoemd naar Sir Thomas Stamford Raffles die toen Java bestierde. De Raffles-stoel is gebaseerd op stoelontwerpen van Thomas Sheraton (1751-1806). (Terwen-de Loos 1985, 121). <BR> <BR> Dit soort stoelen worden nog steeds in Indonesië gemaakt (Van Gompel e.a. 2013, 72).