Gevlochten enkel- of armband, deel rouwkleding

Aan de dode wordt de natuurlijke neiging om zijn verwanten met zich mee te nemen in de dood, toegeschreven, Hierdoor bestaat onder de verwanten een grote angst voor de dode. De begrafenisriten- en ceremoniën worden verricht door niet-verwanten, leden van de andere paburu (dorpsdeel). Op het feest tjijida, ongeveer twee maanden na de begrafenis, begint de vrijwel volledige afzondering van de naaste verwantenvan de dode uit de dorpsgemeenschap. Zijn vertonen zich slechts zelden in het dorp, vooral sinds alle huizen op een gezamelijk wooneiland staan. Gezamelijke activiteiten en feesten zijn voor hen verboden omdat hierbij altijd veel mensen aanwezig zijn. Het geldt ook voor de feesten van de eigen gestorven verwanten. In navolging van kuruamma, de schepper, bedekken zij zich met gevlochten matten, die het hele lichaam verhullen; omdat zij beschaamd zouden zijn als iemand iets van hun lichaam zou zien. Zelfs als men thuis onder rouwende verwanten is, blijft men van de anderen afgewend onder de grote kap zitten, die dan op een staketsel wordt gezet. <BR> De bapanda is bezig te verdwijnen. Tegenwoordig wordt ook buiten veelal slechts de bapandabörö gedragen door zowel mannen als vrouwen.<BR> Nu het lichaam van de dode aan het verdwijnen is, moet de herinnering aan de verschillende delen van het lichaam levendig gehouden worden door elk lichaamsdeel met gevlochten banden te accentueren. Het aantal van deze banden variëert met de nauwheid van de verwantschappelijke relatie met de dode en de leeftijd van de gestorvene. <BR> Een man of een vrouw draagt om een gestorven zoon of dochter soms zes tauanda (borstbanden, 1b) over elkaar.<BR> Een verdere verwant daartentegen draagt meestal slechts één tauanda en is ook niet verplicht zich van de dorpsgemeenschap af te zonderen. <BR> De kappen en banden worden allen met een dikke laag houtskool of klei ingesmeerd evenals het lichaam, en dit mag niet voor het eindfeest verwijderd worden.<BR> Wellicht is er bij het dragen van de rouwkleding op de achtergrond ook sprake van een zekere mate van identificatie met de dode.

Gevlochten enkel- of armband, deel rouwkleding

Aan de dode wordt de natuurlijke neiging om zijn verwanten met zich mee te nemen in de dood, toegeschreven, Hierdoor bestaat onder de verwanten een grote angst voor de dode. De begrafenisriten- en ceremoniën worden verricht door niet-verwanten, leden van de andere paburu (dorpsdeel). Op het feest tjijida, ongeveer twee maanden na de begrafenis, begint de vrijwel volledige afzondering van de naaste verwantenvan de dode uit de dorpsgemeenschap. Zijn vertonen zich slechts zelden in het dorp, vooral sinds alle huizen op een gezamelijk wooneiland staan. Gezamelijke activiteiten en feesten zijn voor hen verboden omdat hierbij altijd veel mensen aanwezig zijn. Het geldt ook voor de feesten van de eigen gestorven verwanten. In navolging van kuruamma, de schepper, bedekken zij zich met gevlochten matten, die het hele lichaam verhullen; omdat zij beschaamd zouden zijn als iemand iets van hun lichaam zou zien. Zelfs als men thuis onder rouwende verwanten is, blijft men van de anderen afgewend onder de grote kap zitten, die dan op een staketsel wordt gezet. <BR> De bapanda is bezig te verdwijnen. Tegenwoordig wordt ook buiten veelal slechts de bapandabörö gedragen door zowel mannen als vrouwen.<BR> Nu het lichaam van de dode aan het verdwijnen is, moet de herinnering aan de verschillende delen van het lichaam levendig gehouden worden door elk lichaamsdeel met gevlochten banden te accentueren. Het aantal van deze banden variëert met de nauwheid van de verwantschappelijke relatie met de dode en de leeftijd van de gestorvene. <BR> Een man of een vrouw draagt om een gestorven zoon of dochter soms zes tauanda (borstbanden, 1b) over elkaar.<BR> Een verdere verwant daartentegen draagt meestal slechts één tauanda en is ook niet verplicht zich van de dorpsgemeenschap af te zonderen. <BR> De kappen en banden worden allen met een dikke laag houtskool of klei ingesmeerd evenals het lichaam, en dit mag niet voor het eindfeest verwijderd worden.<BR> Wellicht is er bij het dragen van de rouwkleding op de achtergrond ook sprake van een zekere mate van identificatie met de dode.