[KL] rood & wit (borduurwerk) & rood & geel & blauw & bruinzwart<BR> [VO] weefsel met ikatversiering en borduurwerk. Bestaat uit twee bij de zelfkanten aaneengenaaide, identiek versierde weefselbanen<BR> [PA] versieringspatroon: op iedere weefselbaan een blauwe middenbaan met borduurwerk. Aan weerszijde daarvan een ikatbaan met bruin- zwarte grondkleur. Verder smallere stroken met rode, gele, blauwe banden en strepen. Iedere ikatbaan in de lengte verdeeld in 6 sier- vakken, van elkaar gescheiden door dwarsstrook in de grondkleur met ikat-stippellijn. De ikatversiering verschilt t.o.v. elk vak in vertikale richting, maar is gelijk voor alle vakken, in beide weefselbanen, in horizontale richting. Waarschijnlijk de banen op elkaar en dus gelijktijdig geikat. Ikatmotief: ruiten en hoekige en ronde spiraalkrullen. Ieder vak aan een driehoeksmotief). Aan buitenzijde daarvan een soort kapala-versiering met herhaald symmetrisch spiraalmotief.