Voorouderbeeld

1 = beeld ([ST] inlegwerk (? ogen) & voetstuk met rechthoekige opening aan voorzijde voor bak<BR> [VO] zittend mensfiguur (geen sexe-aanduiding) met opgetrokken knieen, armen op knieen, schouderbladen, ruggegraat, zitvlak, forse neus, mond, ogen, oren en platte hoofdversiering (= gouden bord?)) 2 = bak ([ST] verlengstuk aan achterzijde voor bevestiging aan voetstuk<BR> [VO] rechthoek)<BR> <BR> Een beeldje was een belangrijk communicatiemiddel voor de achtergebleven familieleden van een dode. Het stelde hen in staat met de overledene in contact te treden. Men ging ervan uit dat de 'schaduw' van de dode zich bij deze gelegenheden tijdelijk in het beeldje ophield. Voor de nabestaanden was het van cruciaal belang de voorouderlijke 'schaduwen' eer te bewijzen. Men was voor het realiseren van onder meer nageslacht afhankelijk van de voorouders. Het bewijzen van eer geschiedde meestal door het brengen van offers aan de 'schaduwen' welke geacht werden zich in de beeldjes op te houden. Gewoonlijk werd hen sirih en pinang aangeboden, al dan niet in combinatie met palmwijn. [*1]

Voorouderbeeld

1 = beeld ([ST] inlegwerk (? ogen) & voetstuk met rechthoekige opening aan voorzijde voor bak<BR> [VO] zittend mensfiguur (geen sexe-aanduiding) met opgetrokken knieen, armen op knieen, schouderbladen, ruggegraat, zitvlak, forse neus, mond, ogen, oren en platte hoofdversiering (= gouden bord?)) 2 = bak ([ST] verlengstuk aan achterzijde voor bevestiging aan voetstuk<BR> [VO] rechthoek)<BR> <BR> Een beeldje was een belangrijk communicatiemiddel voor de achtergebleven familieleden van een dode. Het stelde hen in staat met de overledene in contact te treden. Men ging ervan uit dat de 'schaduw' van de dode zich bij deze gelegenheden tijdelijk in het beeldje ophield. Voor de nabestaanden was het van cruciaal belang de voorouderlijke 'schaduwen' eer te bewijzen. Men was voor het realiseren van onder meer nageslacht afhankelijk van de voorouders. Het bewijzen van eer geschiedde meestal door het brengen van offers aan de 'schaduwen' welke geacht werden zich in de beeldjes op te houden. Gewoonlijk werd hen sirih en pinang aangeboden, al dan niet in combinatie met palmwijn. [*1]