[VO] bijzettingsbeeld, vrouw, staande, vierarmig, beide handen voor de<BR> buik, de duimtoppen tegen elkaar, rechterachter- hand draagt<BR> aksamala, linkerhand camara, hoge haar- tressentooi, diadeem,<BR> drievoudige prabhamandala, versieringen achter de oren,<BR> ruitvormige oorhangers, krulvormige versieringen boven de<BR> schouders, hals- sieraad, kort baadje, dubbele bovenarmbanden<BR> met versieringen, dubbele polsringen met versieringen, gordel met<BR> gordelslippen, laag hangende upavîta, drie sjerpen met lussen en<BR> strikken op de heupen, kainsplooien voor het lichaam, achter de<BR> kain tegen de achterwand een kulversiering, voetplaat gedeeltelijk<BR> afgebroken, achterplaat ruw afgewerkt.