Vrouwenfiguur, gezeten in paryankasana, vierarmig, rechterhand<BR> houdt onduidelijk voorwerp omklemd, rechter- achterhand draagt<BR> aksamala, linkerachterhand çamara, linkervoorhand draagt een<BR> bloem, hoge haartooi, diadeem met antefixen op voorhoofd en<BR> boven de oren, versieringen achter de oren, zware oorhangers<BR> waaraan de borst- versiering hangt, over elke schouder een<BR> haarlok, vrouwen-upavita, zwaar versierde bovenarmbanden, gladde<BR> polsringen, gladde enkelringen, gordel, tot de enkels reikende kain,<BR> dubbel rechthoekig lotuskussen, ovaal prabhamandala, onder de<BR> prabhã een rand van krullen, in de top van de haartooi een putje<BR> (ter plaatsing van een bloem?). Waarschijnlijk een bijzettingsbeeld van een vorstelijk persoon in de gedaante van Parvati.