Woonhuis ; model

Met spits dak (wokota). Vierkante stookplaats in het midden, waarboven een soort kastje (rambe) opgehangen is voor 't bewaren van eten. Rondom de stookplaats een vrije ruimte van 1/2 à 1 m en daarachter de slaapplaatsen (balèhs) boven de vloer, dikwijls omwand. De ingangen dikwijls zonder deur aan de voorzijde en een der andere kanten, aan die zijden buiten de labeh labeh nog onder het afhangende dak, waar men overdag zich bevindt. Het huis heeft vier hoofdstijlen, waarop het dak rust nl. het gedeelte dat spits toeloopt, en dat lager overgaat in een gedeelte met geringe helling, welk gedeelte weder op minder zware stijlen rust. De stijlen zijn bovenaan voorzien van houten platen (lambè), tegen het opklimmen van mieren. In de wokota worden de voorwerpen bewaard die pemali zijn. Verder is pemali de verst van de ingang staande voorste hoofdstijl. De zolder pemali voor vrouwen, voor mannelijke personen niet tot de bewoners van het huis behorende en voor slaven, 's nachts wordt liefst niemand tot deze ruimte toegelaten, daar men dan bang is 'merapu' te verschrikken. Het gehele huis behalve de stijlen en dwarsbalken bestaat uit bamboe, alleen de omwanding soms van planken, de indekking bestaat uit alang alang in bossen. Werkzaamheden als weven, geschieden buiten of op de baleh. Een offer van rijst, sirih en pinang werpt men in de gaten waarin de hoofdstijlen komen.

Woonhuis ; model

Met spits dak (wokota). Vierkante stookplaats in het midden, waarboven een soort kastje (rambe) opgehangen is voor 't bewaren van eten. Rondom de stookplaats een vrije ruimte van 1/2 à 1 m en daarachter de slaapplaatsen (balèhs) boven de vloer, dikwijls omwand. De ingangen dikwijls zonder deur aan de voorzijde en een der andere kanten, aan die zijden buiten de labeh labeh nog onder het afhangende dak, waar men overdag zich bevindt. Het huis heeft vier hoofdstijlen, waarop het dak rust nl. het gedeelte dat spits toeloopt, en dat lager overgaat in een gedeelte met geringe helling, welk gedeelte weder op minder zware stijlen rust. De stijlen zijn bovenaan voorzien van houten platen (lambè), tegen het opklimmen van mieren. In de wokota worden de voorwerpen bewaard die pemali zijn. Verder is pemali de verst van de ingang staande voorste hoofdstijl. De zolder pemali voor vrouwen, voor mannelijke personen niet tot de bewoners van het huis behorende en voor slaven, 's nachts wordt liefst niemand tot deze ruimte toegelaten, daar men dan bang is 'merapu' te verschrikken. Het gehele huis behalve de stijlen en dwarsbalken bestaat uit bamboe, alleen de omwanding soms van planken, de indekking bestaat uit alang alang in bossen. Werkzaamheden als weven, geschieden buiten of op de baleh. Een offer van rijst, sirih en pinang werpt men in de gaten waarin de hoofdstijlen komen.