Kruik met aan één zijde van de buik de afbeelding van twee godengezichten in profiel, uitgevoerd in incisie- techniek. In deze hoofden komen nauwelijks ronde lijnen voor. Het oog is U-vormige binnen een rechthoek. De neus is nauwelijks aangegeven. De nadruk valt op de grote L-vormige mond. Achterin de mond is een korte aanduiding van slagtanden door middel van twee korte verticale lijnen. Voorlangs de verticale lippen zijn ronde tanden afgebeeld: twee aan weerszijde van de uitstekende tong. Boven en onder worden de tanden ingesloten door grote gehoekte slagtanden. Het oor is hoekig. De beide hoofden zijn door middel van een meander-motief met elkaar verbonden. Deze loopt van de nek van het voorste hoofd tot de bovenste lip van het tweede hoofd. Aan de achterzijde is ter afscheiding een boog getrokken van vier lijnen.