Kruik met tweemaal een schildering van de Vogelgod en tweemaal een schildering van een complex geometrisch motief. De Vogelgod staat verticaal afgebeeld. De grijze kop is vierkant, omgeven door een bruin kader. In de snavel houdt hij een trofeehoofd. Het vierkante lijf stelt een trofeehoofd voor. Aan de rechterzijde, onder de bek, steken de poten uit terwijl aan de andere zijde een grijs trofeehoofd een vleugel voorstelt. Deze is omgeven met radiërende slangen (zes en zeven) die naar veren verwijzen. Drie slangen onder het lijf, stellen de staart voor.<BR> Aan de zijkanten staan twee gelijke geometrische motieven. Deze bestaan uit elkaar omsluitende vierkanten of rechthoeken, met in het centrum een bruin kruis. Het kleurenschema van binnen naar buiten aan zijde 'a' is: bruin, tweemaal rood, tweemaal bruin, tweemaal rood. Zijde 'b': tweemaal rood, tweemaal bruin, tweemaal rood, bruin. Bovenop staan boogjes geschilderd rondom een 'kern' of halve schijf, bruin van kleur. In beide gevallen omgeven door tweemaal rood, en tweemaal bruin. De variatie wijst op een zekere inversie. Ook het even en oneven aantal van de slangen in de vleugels verwijzen naar een zekere oppositie. Een oppositie zit ook in het vierkant en de bogen.