Werpmes, praalwapen en statussymbool

Het werpmes in Centraal Afrika werd voornamelijk gebruikt als aanvalswapen in strijd en oorlog en pas in tweede instantie als wapen bij de jacht. Het mes heeft door zijn vorm meer snijvlakken dan een 'gewoon' mes zodat het bij een juiste worp meerdere diepe wonden kon toebrengen. De speciale vleugels zorgden er voor dat het mes tijdens de worp een geluid maakte als van een snorrebot (bull-roarer, soort slingerinstrument van hout) en het zonlicht weerkaatste als bij een bliksemschicht. Dit zou volgens Felix (1991:31) een enorm psychologische impact hebben gehad op de vijand. Het werpmes zou volgens sommige historici de Zande zelfs zo'n grote technologische voorsprong hebben gegeven op de omliggende bevolkingsgroepen dat de messen tezamen met de strikte organisatie hebben bijgedragen tot de snelle expansie van de Zande in het noorden van Congo (Felix, 1991:31).<BR> De meeste werpmessen worden rechtshandig geworpen, zo ook dit exemplaar, linkshandige exemplaren zijn zeldzaam. Zie voor de wijze waarop dit type mes geworpen wordt Felix, pagina 32 en 33 en Westerdijk (1988), pagina 21. Een goed werpmes kan een afstand van 50 meter met gemak overbruggen, de optimale precisie ligt ergens tussen de 10 en 20 meter en redelijk precies blijft hij tot de 30 meter.<BR> De greep is omwikkeld met een stuk touw om de grip van de gebruiker te vergroten. Het mes wordt over de schouder gedragen, al dan niet in een beschermhoes, of bevestigd aan de binnenzijde van een schild. Meestal had men meerdere messen bij zich, volgens Felix (1991: 34) droegen krijgers meerdere exemplaren van dit type in een bundel om hun middel. Omdat het werpmes duur en moeilijk te vervangen was werd het niet in elke strijd gebruikt, maar afhankelijk van de situatie en kansen van terugvinden. In man tot man gevechten werden de werpmessen als slag- en steekwapen gebruikt.<BR> Naast de functie als wapen verleende een mooi werpmes de bezitter ook een bepaalde status binnen de maatschappij. IJzer was immers een zeldzaam en duur materiaal dat alleen de hoger geplaatsten zich konden veroorloven. Dus hoe spectaculairder en verfijnder (versierd), hoe kostbaarder het mes en hoe hoger de rang van de eigenaar. Dus sommige werpmessen zijn nooit als wapen bedoeld geweest en fungeerden alleen als statussymbool en teken van rijkdom. Ook kon een mes na de dood van zijn eigenaar tot ritueel en heilig object verheven worden. <BR> Eenvoudige werpmessen werden ook wel gebruikt voor: het slachten van dieren, het snijden van gewassen, het kappen van kleine bomen en hout, rituele offers, dansaccessoire en bij initiatie ceremonies. Miniaturen en imitaties werden speciaal gemaakt voor vrouwen om te gebruiken in agrarische dansen (Felix 1991: 39).<BR> Felix deelt dit type mes in bij de Y-vormige messen en stijlprovincie XII(1991: 15 en 168-173) dat de diverse Yangere groepen omvat. Dit exemplaar heeft zowel kenmerken van voorbeeld A als van B, beiden afkomstig van de Yangere. De Yangere wonen in een gebied dat delen van de huidige Centraal Afrikaanse Republiek, Kameroen en een stukje van de Democratische Republiek Congo omvat.<BR> Het werpmes valt volgens P. Westerdijk in categorie S.P. XII-3B, een zeldzame variant op 3A (1988: 296-312).<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Metaal smelten in het zuidelijke gedeelte van Centraal Afrika was in handen van een paar families die in hoog aanzien stonden. Van generatie op generatie werden enkele leden in de geheimen ingewijd. Naast smelter was deze persoon vaak ook boer of jager en een gerespecteerd lid van de gemeenschap. <BR> Het smelten kon dagen in beslag nemen en het was voor niet ingewijden absoluut verboden om toe te kijken. Met name de vrouwen mochten niet in de buurt van de oven komen. Het hele smeltproces zat vol seksuele- en vruchtbaarheidssymboliek. Zo hadden de gebruikte instrumenten vaak een naam die verwees naar de mannelijke en vrouwelijke genitaliën en gebruikte men termen die verwezen naar de menselijke voorplanting en geboorte. Het eindproduct waren ijzeren staven in diverse vormen die vaak ook als geld dienden. Sommige smelters leverden zo'n perfect product dat ze grote bekendheid genoten en smeden bereid waren om lange afstanden te reizen om aan hun basismateriaal te komen (Felix 1991: 23-25).<BR> Deze smeden hadden eveneens een speciale status binnen de gemeenschap. Als manipulator van de vier elementen; aarde, water, lucht en vuur, hadden hun werkzaamheden én daarmee zijzelf een magische connotatie. Het is niet verwonderlijk dat de meesten naast smid ook houtsnijder en ritueel specialist (genezer of voorspeller) waren. De vrouw van de smid was in de meeste gevallen de pottenbakster van het dorp.<BR> Het basisproduct van de smelter werd eerst omgevormd tot een staaf van circa dertig centimeter lang en twee centimeter dik (Felix 1991: 26). Voor dit type mes nam de smid vervolgens twee van deze staven. Uit de eerste staaf vormde hij de greep, steel en de top met kroon. Uit de tweede staaf werden beide uitsteeksels gevormd: de bovenste vleugel en de onderste spoor met oor. Vervolgens worden alle delen aaneen gesmeed, ongeveer een dag werk voor een smid met enkele assistenten. Het afwerken, verfijnen en slijpen van het mes werd door de smid zelf gedaan en kon meerdere dagen in beslag nemen.<BR> Bij dit exemplaar werd de greep door een wever van een omwindsel van plantaardige vezels voorzien.<BR> Voordat de nieuwe eigenaar het mes in gebruik nam werd het mes ingewijd door een ritueel specialist en van extra kracht voorzien die de doeltreffendheid van het mes tijdens jacht en strijd moest verbeteren (Felix 1991: 29).

Werpmes, praalwapen en statussymbool

Het werpmes in Centraal Afrika werd voornamelijk gebruikt als aanvalswapen in strijd en oorlog en pas in tweede instantie als wapen bij de jacht. Het mes heeft door zijn vorm meer snijvlakken dan een 'gewoon' mes zodat het bij een juiste worp meerdere diepe wonden kon toebrengen. De speciale vleugels zorgden er voor dat het mes tijdens de worp een geluid maakte als van een snorrebot (bull-roarer, soort slingerinstrument van hout) en het zonlicht weerkaatste als bij een bliksemschicht. Dit zou volgens Felix (1991:31) een enorm psychologische impact hebben gehad op de vijand. Het werpmes zou volgens sommige historici de Zande zelfs zo'n grote technologische voorsprong hebben gegeven op de omliggende bevolkingsgroepen dat de messen tezamen met de strikte organisatie hebben bijgedragen tot de snelle expansie van de Zande in het noorden van Congo (Felix, 1991:31).<BR> De meeste werpmessen worden rechtshandig geworpen, zo ook dit exemplaar, linkshandige exemplaren zijn zeldzaam. Zie voor de wijze waarop dit type mes geworpen wordt Felix, pagina 32 en 33 en Westerdijk (1988), pagina 21. Een goed werpmes kan een afstand van 50 meter met gemak overbruggen, de optimale precisie ligt ergens tussen de 10 en 20 meter en redelijk precies blijft hij tot de 30 meter.<BR> De greep is omwikkeld met een stuk touw om de grip van de gebruiker te vergroten. Het mes wordt over de schouder gedragen, al dan niet in een beschermhoes, of bevestigd aan de binnenzijde van een schild. Meestal had men meerdere messen bij zich, volgens Felix (1991: 34) droegen krijgers meerdere exemplaren van dit type in een bundel om hun middel. Omdat het werpmes duur en moeilijk te vervangen was werd het niet in elke strijd gebruikt, maar afhankelijk van de situatie en kansen van terugvinden. In man tot man gevechten werden de werpmessen als slag- en steekwapen gebruikt.<BR> Naast de functie als wapen verleende een mooi werpmes de bezitter ook een bepaalde status binnen de maatschappij. IJzer was immers een zeldzaam en duur materiaal dat alleen de hoger geplaatsten zich konden veroorloven. Dus hoe spectaculairder en verfijnder (versierd), hoe kostbaarder het mes en hoe hoger de rang van de eigenaar. Dus sommige werpmessen zijn nooit als wapen bedoeld geweest en fungeerden alleen als statussymbool en teken van rijkdom. Ook kon een mes na de dood van zijn eigenaar tot ritueel en heilig object verheven worden. <BR> Eenvoudige werpmessen werden ook wel gebruikt voor: het slachten van dieren, het snijden van gewassen, het kappen van kleine bomen en hout, rituele offers, dansaccessoire en bij initiatie ceremonies. Miniaturen en imitaties werden speciaal gemaakt voor vrouwen om te gebruiken in agrarische dansen (Felix 1991: 39).<BR> Felix deelt dit type mes in bij de Y-vormige messen en stijlprovincie XII(1991: 15 en 168-173) dat de diverse Yangere groepen omvat. Dit exemplaar heeft zowel kenmerken van voorbeeld A als van B, beiden afkomstig van de Yangere. De Yangere wonen in een gebied dat delen van de huidige Centraal Afrikaanse Republiek, Kameroen en een stukje van de Democratische Republiek Congo omvat.<BR> Het werpmes valt volgens P. Westerdijk in categorie S.P. XII-3B, een zeldzame variant op 3A (1988: 296-312).<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Metaal smelten in het zuidelijke gedeelte van Centraal Afrika was in handen van een paar families die in hoog aanzien stonden. Van generatie op generatie werden enkele leden in de geheimen ingewijd. Naast smelter was deze persoon vaak ook boer of jager en een gerespecteerd lid van de gemeenschap. <BR> Het smelten kon dagen in beslag nemen en het was voor niet ingewijden absoluut verboden om toe te kijken. Met name de vrouwen mochten niet in de buurt van de oven komen. Het hele smeltproces zat vol seksuele- en vruchtbaarheidssymboliek. Zo hadden de gebruikte instrumenten vaak een naam die verwees naar de mannelijke en vrouwelijke genitaliën en gebruikte men termen die verwezen naar de menselijke voorplanting en geboorte. Het eindproduct waren ijzeren staven in diverse vormen die vaak ook als geld dienden. Sommige smelters leverden zo'n perfect product dat ze grote bekendheid genoten en smeden bereid waren om lange afstanden te reizen om aan hun basismateriaal te komen (Felix 1991: 23-25).<BR> Deze smeden hadden eveneens een speciale status binnen de gemeenschap. Als manipulator van de vier elementen; aarde, water, lucht en vuur, hadden hun werkzaamheden én daarmee zijzelf een magische connotatie. Het is niet verwonderlijk dat de meesten naast smid ook houtsnijder en ritueel specialist (genezer of voorspeller) waren. De vrouw van de smid was in de meeste gevallen de pottenbakster van het dorp.<BR> Het basisproduct van de smelter werd eerst omgevormd tot een staaf van circa dertig centimeter lang en twee centimeter dik (Felix 1991: 26). Voor dit type mes nam de smid vervolgens twee van deze staven. Uit de eerste staaf vormde hij de greep, steel en de top met kroon. Uit de tweede staaf werden beide uitsteeksels gevormd: de bovenste vleugel en de onderste spoor met oor. Vervolgens worden alle delen aaneen gesmeed, ongeveer een dag werk voor een smid met enkele assistenten. Het afwerken, verfijnen en slijpen van het mes werd door de smid zelf gedaan en kon meerdere dagen in beslag nemen.<BR> Bij dit exemplaar werd de greep door een wever van een omwindsel van plantaardige vezels voorzien.<BR> Voordat de nieuwe eigenaar het mes in gebruik nam werd het mes ingewijd door een ritueel specialist en van extra kracht voorzien die de doeltreffendheid van het mes tijdens jacht en strijd moest verbeteren (Felix 1991: 29).