Het mes wordt gebruikt als steek- en snijwapen. Gezien de vorm zal het wapen ook gediend hebben als praalwapen, teken van status en waardigheid.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Het ijzeren pronklemmet heeft een smal bovenstuk en een langwerpig ovaal benedenstuk met twee uitstekende vinvormige punten. Het benedenstuk heeft een met gegraveerde lijntjes versierde middenribbe en een tweetal bloedgleuven aan één zijde van de ribbe. Het bovendeel van het blad heeft een patroon van gepointilleerde punt- en lijnversieringen naast opengewerkte cirkels. De randen van het smalle bovenstuk zijn stomp, die van het ovale benedenstuk zijn beide gescherpt. Het ijzer zit met een doorn in het houten handvat bevestigd.<BR> De houten greep heeft een ovaalrond aanvatgedeelte met een daarop horizontaal geplaatst balkje aan de onderzijde ter bescherming van de vuist. De bovenzijde van de greep loopt uit in een schijfvormige versiering en een tonvormig topstukje. De schijf is overtrokken met een stukje schubbige reptielenhuid, het topje is beslagen met een plaatje ijzer. De rest van het handvat is geheel bedekt met een zeer regelmatig aangebrachte omwikkeling van rond roodkoperdraad die in het hout (misschien eerst voorzien van een hechtende harslaag) lijkt te zijn vastgeklopt. Het koperdraad is tevens extra verankerd door middel van doorhalingen via de bovenste open sleuf van het lemmet. De uiteinden van het draad zijn in de rand van de met huid omwonden schijf vastgesnoerd.