De sportbeoefening in de cultuurgeschiedenis van Iran heeft een buitengewoon lange traditie. Zij wordt beoefend in de zurkhaneh, het Huis van Kracht, dat in elke stad aanwezig is. Het gaat hier om rituele atletische oefeningen. Deze oefeningen worden door de atleten uitgevoerd in een betrekkelijke kleine ronde kuil die zich midden in de zaal bevindt. De oefeningen worden geleid door de voorturner die in het midden staat, en beginnen met een wervelende dans om de eigen as (tscharchidan) en gaan dan over in kracht- en behendigheidsoefeningen: bv. worstelen, het spannen van een boog, het zwaaien en werpen van knotsen en het heen en weer zwaaien van zware houten schilden waarbij de atleet op zijn rug ligt. De oefeningen worden vaak met een wedstrijd afgesloten. Tijdens de oefeningen roepen de atleten telkens "Ya Allah" en "Ya Ali" uit. Het ritme en het wisselende tempo van de oefeningen wordt aangegeven door een voorzanger (murshid) die verzen uit de Shahnameh (Het Boek der Koningen) zingt en hierbij begeleid wordt door trommels en bellen.