Beker in de vorm van een vrouwenhoofd en met een schildering van de Poemagod

Beker met twee voorstellingen: de onderste helft stelt een gezicht voor, mogelijk van een vrouw. Het bovenste deel bestaat uit een fries van de Poemagod met trofeehoofden. Hij bestaat uit drie koppen waarvan twee direct op elkaar staan en de derde door middel van een tong is verbonden en die in het voorhoofd van de tweede afgebeelde Poemagod overloopt. De voorste kop bezit een uitgestoken tong, die geflankeerd wordt door twee poemapoten. Achter de laatste kop zijn de benen van een mens geschilderd met een lendendoek. Speren zijn als een scheidingsfries tussen de twee delen aangebracht. Bovenlangs is de decoratie zwaar beschadigd.

Beker in de vorm van een vrouwenhoofd en met een schildering van de Poemagod

Beker met twee voorstellingen: de onderste helft stelt een gezicht voor, mogelijk van een vrouw. Het bovenste deel bestaat uit een fries van de Poemagod met trofeehoofden. Hij bestaat uit drie koppen waarvan twee direct op elkaar staan en de derde door middel van een tong is verbonden en die in het voorhoofd van de tweede afgebeelde Poemagod overloopt. De voorste kop bezit een uitgestoken tong, die geflankeerd wordt door twee poemapoten. Achter de laatste kop zijn de benen van een mens geschilderd met een lendendoek. Speren zijn als een scheidingsfries tussen de twee delen aangebracht. Bovenlangs is de decoratie zwaar beschadigd.