Kruik met voor een cilindervormige buik en achter een ronde buik. Op de voorste staat een muzikant. Met de linkerhand houdt hij een panfluit voor de mond en met de rechter slaat hij op een trom, die hij met een koord om de schouders draagt. Hij heeft als hoofdtooi verschillende smalle banden omgeknoopt, met één band onder de kin door. Over de rechterschouder hangt een langwerpige doek. Zijn gewaad reikt tot aan de bovenbenen. De linkerarm is afgebroken. [*1]