Mantel

[VO] leren schoudermantel van geolied antilopenvel van onderen<BR> uitlopend in tien slippen (elk ca. 20 cm. lang). Tussen elke<BR> paar slippen enkele snoertjes kralen (import-kleuren): <BR> wit, blauw en rood) op leer geregen en op het eind <BR> afgebonden met een leren knoop. (Er resteren in totaal <BR> 22 snoertjes met elk 10 kralen). <BR> De attilla werd over één schouder gedragen met een <BR> haarzijde naar het lichaam gekeerd. Zij zou met een leren <BR> reep (één geheel vormend met de mantel) om het middel <BR> vastgemaakt worden.<BR> De hals is afgezet met een brede boord van kralen (witte-<BR> blauwe-rode-gele) en twee koperen voorwerpen. Het ene<BR> is een schildvormige geelkoperen plaatje (diam. 5,8 cm) <BR> met knopvormige umbo. Het andere is een gegoten <BR> roodkoperen ring met aan een zijde een groep evenwijdige<BR> stralen (grootste lengte geheel: 5,5 cm.)<BR>

Mantel

[VO] leren schoudermantel van geolied antilopenvel van onderen<BR> uitlopend in tien slippen (elk ca. 20 cm. lang). Tussen elke<BR> paar slippen enkele snoertjes kralen (import-kleuren): <BR> wit, blauw en rood) op leer geregen en op het eind <BR> afgebonden met een leren knoop. (Er resteren in totaal <BR> 22 snoertjes met elk 10 kralen). <BR> De attilla werd over één schouder gedragen met een <BR> haarzijde naar het lichaam gekeerd. Zij zou met een leren <BR> reep (één geheel vormend met de mantel) om het middel <BR> vastgemaakt worden.<BR> De hals is afgezet met een brede boord van kralen (witte-<BR> blauwe-rode-gele) en twee koperen voorwerpen. Het ene<BR> is een schildvormige geelkoperen plaatje (diam. 5,8 cm) <BR> met knopvormige umbo. Het andere is een gegoten <BR> roodkoperen ring met aan een zijde een groep evenwijdige<BR> stralen (grootste lengte geheel: 5,5 cm.)<BR>