Deze doek, endek geheten op Bali, is gemaakt van zijde met goud- en zilverdraad en kan gedragen worden als borst- of schouderdoek. De doek is geweven met de ikattechniek, waarbij de inslagdraden worden afgebonden, alvorens ze te verven. Voorheen waren ze alleen voorbehouden aan de vorstenhuizen op Bali en werden gedragen bij speciale gelegenheden in het paleis of de tempel. De toevoeging van goud- en zilverdraden verhoogde de status van de doek. Het begin van de 20e eeuw bracht veel veranderingen op Bali. De rol van de Balinese vorstenhuizen was uitgespeeld en de macht kwam in handen van het Nederlandse koloniale gezag. Na 1930 kwam op Bali bovendien het toerisme op. Door het wegvallen van de vorstenhuizen als opdrachtgever en de opkomst van deze nieuwe afzetmarkt begon men deze endek doeken op grotere schaal te weven en hierbij nieuwe technieken, materialen en motieven toe te passen. Sindsdien zijn ze verkrijgbaar op de rol per meter van katoen en viscose in allerlei felle kleuren en met bijvoorbeeld geometrische en florale dessins.