Vroeger maakten de Asmat dolken uit het scheen- of voetbeen van een kasuaris, het dijbeen van een mens of uit het kaakbeen van een krokodil. De dolken waren niet alleen prestigevoorwerpen voor de krijgers maar dienden ook als steekwapen. Een dolk had tevens een ceremoniële functie. Dat is vaak te zien aan de versiering die bestaat uit veren, veerpennen en zaden. De dolk werd gedragen in een gevlochten band die rond de bovenarm zit.<BR> <BR> [VO] vervaardigd van rechter tibia van de casuaris; de achterzijde is voor een lengte van 20,2 cm. vrij vlak weggesneden, een holte van 10,4 cm. onder het gewricht over latend. De bruin getinte dolk is glad gepolijst en heeft als enige versiering een rondlopende smalle en vlakke gleuf, aan de achterzijde op 0,3 cm. boven het open gedeelte, naar de randen toe neerwaarts buigend en zich aan de voorzijde met een flauwe bocht voortzettend.<BR> Lengte: 33,3 cm. ; max. breedte van het open lemmet: 2,6 cm.