[VO] de langwerpige spleettrom is uit één stuk boomstam gesneden en van binnen uitgehold<BR> [DE] van boven en eindigend in een langwerpig, ovaal , gestileerd mensengezicht met gebold voorhoofd, grote, schijfvormige ogen en grote doorboorde neus. Rondom het gelaat drie evenwijdig geschulpte randen die het haar voorstellen. De binnenranden lopen als een baard langs de kin door en eindigen elk in een buitenwaartse krul. <BR> Over de hele trom eindigt van onderen in een inspringend, cylindervormig voetstuk.