[AF] abt (mkhan-po) of reincarnatie (sprul-sku) van een klooster der dGelugs-pa (geelmutsen) ten voeten uit zittende op een leeuwentroon (sen-ge-khri). Ongebruikelijk is, dat hij geen geelmuts draagt. In zijn handen de vajra en de ghanta. Voor de leeuwentroon een altaartafel met daarop een schaal gevuld met offeranden, namelijk vlammenparels, rollen kostbare stof, klarinetten, oorsieraden, olifantstanden een luit en zes van de acht Ashta-mangala. Op de achtergrond bergen en wolken. Aan de bovenzijde van links naar rechts: 1) een onbekende geelmutsmonnik met aureool en nimbus, ten voeten uit zittende in bhumisparsa op lotustroon. In zijn linkerhand een bedelnap, 2) de adiboeddha Vajradhara met aureool en nimbus, ten voeten uit zittende in vajrahumkara-mudra op een lotustroon. In zijn handen vajra en ghanta, 3) een onbekende geelmutsmonnik met aureool en nimbus, ten voeten uit zittende op een lotustroon. In zijn linkerhand een pustaka, in zijn rechterhand een padma. Op de achtergrond bergen en wolken. De maan ontbreekt, dit is een afwijking. Waarschijnlijk is nr. 30326 een lokale thanka.