Geschilderd beeldverhaal op doek over het leven van de held Pabuji

De doek verhaalt over het leven van de held Pabuji, een strijder uit de 13e of 14e eeuw. Pabuji werd samen met vier vrienden vanuit de hemel naar de aarde gezonden. Kesar, zijn beschermgodin, werd meegestuurd als zijn merrie. Na vele avonturen sterven Pabuji en zijn merrie bij de redding van het dorp Kelu, de geboortplaats van Pabuji. Van dit verhaal zijn vele versies bekend, de voorstelling op onderhavige doek is er dus één van.<BR> <BR> Het verhaal wordt 's nachts uitgevoerd door de priester en priesteres van de Bhil. De doek is opgezet met behulp van palen en touw.<BR> De priester, gevolgd door zijn vrouw met boterlampje, loopt langzaam en dansend langs de doek, terwijl hij het verhaal van Pabuji zingt. Hij begeleidt zichzelf hierbij met een viool, de 'ravanhatha'. De priesteres herhaalt de woorden terwijl ze het lampje opheft bij de betreffende groep figuren. Deze ceremonie wordt doorgaans uitgevoerd als iemand is genezen van een ziekte en dient als offer aan de stamvader.<BR> Daarnaast zijn er professionele verhalenvertellers, die rondtrekken in Rajasthan en hun verhalen verlevendigen met muziek, dezelfde viool, en dans.<BR> <BR> Het grote belang van Pabu is gebaseerd op drie feiten. Zo zou hij de kameel in Rajasthan hebben geïntroduceerd. Ook geldt hij als beschermer van vee en is hij een voorbeeld van trouw en moed en iemand die zijn beloften nauwgezet nakomt.<BR> <BR> Het verhaal van Pabuji is ingepast in het hindoeïsme. Zo wordt Pabu, ('ji' betekent 'heer'), in een aantal orale tradities opgevoerd als een incarnatie van Lakshmana, de halfbroer van Rama, incarnatie van Vishnu.<BR> Het verhaal op de doek begint met de god die alle obstakels verwijdert, Ganesha met de olifantenkop, en de godin van de kennis, Saraswati, gevolgd door de tien incarnaties ('avatar') van Vishnu, zoals Krishna, Vishnu's achtste avatar.<BR> <BR> Het verhaal van Pabu op aarde kan als raamvertelling worden gezien. Hij belandt van het ene in het andere avontuur, waarbij ook de belevenissen van andere helden en boosdoeners de revue passeren. <BR> <BR> Het beschilderen van doeken is bij de Bhil een ritueel proces. De Bhil worden beschouwd als één van de oudste inheemse stammen van India. Hun religie is een vroege vorm van het hindoeïsme. Ook tegenwoordig worden nog één à twee Pabuji-doeken per jaar geschilderd door leden van de Bhil-groep.<BR> <BR> In doorgaans afgelegen gebieden wonen circa 80 miljoen adivasi, afstammelingen van de oerbewoners van het Indisch subcontinent. Enkele groepen hebben hun oorspronkelijke godsdienstvorm behouden. Zij vereren in de openlucht goden die zich manifesteren in stenen of in houten palen. Een medium legt contact met de godheid aan wie rijst, eieren en bloed van een offerdier worden geofferd.<BR> <BR> Adivasi<BR> <BR> The 80 million Adivasi, descendants of the original inhabitants of the Indian subcontinent, live in mainly isolated regions. Some groups have retained their original religion. They worship their gods, represented by stone or wooden poles, in the open air. Contact with the gods is achieved via a medium, while rice, eggs and the blood of an animal sacrifice are offered.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Tijdens een ritueel proces met de hand geschilderd.

Geschilderd beeldverhaal op doek over het leven van de held Pabuji

De doek verhaalt over het leven van de held Pabuji, een strijder uit de 13e of 14e eeuw. Pabuji werd samen met vier vrienden vanuit de hemel naar de aarde gezonden. Kesar, zijn beschermgodin, werd meegestuurd als zijn merrie. Na vele avonturen sterven Pabuji en zijn merrie bij de redding van het dorp Kelu, de geboortplaats van Pabuji. Van dit verhaal zijn vele versies bekend, de voorstelling op onderhavige doek is er dus één van.<BR> <BR> Het verhaal wordt 's nachts uitgevoerd door de priester en priesteres van de Bhil. De doek is opgezet met behulp van palen en touw.<BR> De priester, gevolgd door zijn vrouw met boterlampje, loopt langzaam en dansend langs de doek, terwijl hij het verhaal van Pabuji zingt. Hij begeleidt zichzelf hierbij met een viool, de 'ravanhatha'. De priesteres herhaalt de woorden terwijl ze het lampje opheft bij de betreffende groep figuren. Deze ceremonie wordt doorgaans uitgevoerd als iemand is genezen van een ziekte en dient als offer aan de stamvader.<BR> Daarnaast zijn er professionele verhalenvertellers, die rondtrekken in Rajasthan en hun verhalen verlevendigen met muziek, dezelfde viool, en dans.<BR> <BR> Het grote belang van Pabu is gebaseerd op drie feiten. Zo zou hij de kameel in Rajasthan hebben geïntroduceerd. Ook geldt hij als beschermer van vee en is hij een voorbeeld van trouw en moed en iemand die zijn beloften nauwgezet nakomt.<BR> <BR> Het verhaal van Pabuji is ingepast in het hindoeïsme. Zo wordt Pabu, ('ji' betekent 'heer'), in een aantal orale tradities opgevoerd als een incarnatie van Lakshmana, de halfbroer van Rama, incarnatie van Vishnu.<BR> Het verhaal op de doek begint met de god die alle obstakels verwijdert, Ganesha met de olifantenkop, en de godin van de kennis, Saraswati, gevolgd door de tien incarnaties ('avatar') van Vishnu, zoals Krishna, Vishnu's achtste avatar.<BR> <BR> Het verhaal van Pabu op aarde kan als raamvertelling worden gezien. Hij belandt van het ene in het andere avontuur, waarbij ook de belevenissen van andere helden en boosdoeners de revue passeren. <BR> <BR> Het beschilderen van doeken is bij de Bhil een ritueel proces. De Bhil worden beschouwd als één van de oudste inheemse stammen van India. Hun religie is een vroege vorm van het hindoeïsme. Ook tegenwoordig worden nog één à twee Pabuji-doeken per jaar geschilderd door leden van de Bhil-groep.<BR> <BR> In doorgaans afgelegen gebieden wonen circa 80 miljoen adivasi, afstammelingen van de oerbewoners van het Indisch subcontinent. Enkele groepen hebben hun oorspronkelijke godsdienstvorm behouden. Zij vereren in de openlucht goden die zich manifesteren in stenen of in houten palen. Een medium legt contact met de godheid aan wie rijst, eieren en bloed van een offerdier worden geofferd.<BR> <BR> Adivasi<BR> <BR> The 80 million Adivasi, descendants of the original inhabitants of the Indian subcontinent, live in mainly isolated regions. Some groups have retained their original religion. They worship their gods, represented by stone or wooden poles, in the open air. Contact with the gods is achieved via a medium, while rice, eggs and the blood of an animal sacrifice are offered.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Tijdens een ritueel proces met de hand geschilderd.