Deze rozenwatersprenkelaar heeft de meest voorkomende vorm: een ronde voet, een bolvormige houder voor het water en een lange hals met tuit. De tuit heeft de vorm van een bloem met aan de onderkant rechtopstaande palmbladeren en bovenop zeven perforaties. De decoraties op de voet en de hals bestaan uit planten, geribbelde randen, kleine driehoekige bladeren en acanthusbladeren. Op de centrale houder zijn decoraties aangebracht in de stijl van Kutch, krullende planten met bloemen afgebeeld tegen een geciseleerde achtergrond.<BR> Op de zijkant van de voet zit een inscriptie van cijfers in het Gujarati schrift:<BR> <BR> ૯ of ૮. ૮. ૫ <BR> <BR> Dit vertaald als 9 of 8. 8. 5. en verwijst naar de puurheid van het zilver dat is gebruikt voor de sprenkelaar. Dit is vaak te vinden op Kutch-stijl werk dat gemaakt is tussen 1900-1930 (Wilkinson 1999, 92). Waarschijnlijk is deze sprenkelaar gemaakt in Noord India.<BR> Om de sprenkelaar te gebruiken wordt boven de houder, de hals losgedraaid, om deze met water te vullen. Vervolgens komt dit tijdens het sprenkelen uit de perforaties naar buiten.