Deze rozenwater sprenkelaar heeft de meest voorkomende vorm: een ronde voet, een bolvormige houder voor het water en een lange hals met tuit. Het voorwerp is gemaakt rond 1920 door Kutch zilversmeden in ofwel Kutch of in Bombay (Wynyard Wilkinson email aan Pieter van der Woude, 14 februari 2018). Veel smeden migreerden door de grote hongersnood van 1899 in Kutch naar Bombay (Wilkinson 1999, 22).<BR> <BR> De sprenkelaar is gedecoreerd met krullende bloemen en planten en acanthusbladeren, die te vinden zijn op de voet, de houder, de hals en de tuit. De krullende planten en bloemen op de centrale houder zijn omkaderd door bogen. Opvallend is dat door het fijne ciseleerwerk over bijna de gehele sprenkelaar, de achtergrond donker is, waardoor de decoraties naar voren komen. De tuit heeft de vorm van een bloem met bovenop een knop. <BR> Om de sprenkelaar te gebruiken kan boven de houder, de hals worden losgedraaid, zodat deze met water kan worden gevuld. Vervolgens komt dit tijdens het sprenkelen uit de perforaties bovenop de tuit naar buiten.