gevlochten verzameltas van natuurkleurige vezels met 2 strepen beige vezels<BR> <BR> In deze tas zitten de Droomverhalen verwerkt die vertellen over hoe de voorouderlijke wezens en scheppers over het gebied zworven. Deze conische manden zijn kenmerkend voor Arnhem Land. Ze worden gemaakt van pandanus palmbald en gekleurd met okers of plantaardige verfstoffen. De rand van de manden wordt vaak afgewerkt met een speciale steek.<BR> <BR> In het Droomverhaal van de Djang’kawu zussen wordt verteld dat zij de eigenaren waren van de ceremoniële wet. Ze reisden over het land met hun graafstokken (mawalan of djota), veren regalia en sacrale objecten (rangga) die ze opborgen in hun conische manden en matten (nganmarra). Deze gewone objecten veranderden onderweg in verschillende landvormen. Verentouwen werden zandheuvels, de mat veranderde in een eiland en clap sticks (bilma) werden rotsige uitsteeksels. Hun graafstokken ontsproten in verschillende bomen nadat ze gebebruikt werden om waterputten te creëren.