Ngalyipi Jukurrpa - Snake Vine Dreaming

Het land dat met dit schilderij is verbonde met Mina Mina dat in het uiterste westen van Yuendumu ligt. Mina Mina is belangrijk voor de vrouwen van de Napangardi en Napanagka verwantschapsgroepen. Zij beheren de Droom die dit gebied creëerde. De Droom beschrijft de reis van een groep vrouwen van alle leeftijden, die oostwaarts reisden om voedsel en Ngalyipi (Tinospora Smilacina of snake vine- een bepaalde soort wingerd) te verzamelen en gedurende deze reis hielden ze ceremonies. De vrouwen vertrokken uit Mina Mina, waar Karlungu (graafstokken) uit de grond kwamen. Ze namen deze gereedschappen mee en reisden naar het oosten terwijl ze onderweg Janyinki en andere plaatsen stichtten. Hun reis voerde hen uiteindelijk tot buiten het land van de Warlpiri. De kronkellijnen verbeelden Ngalyipi, een veelzijdige soort wingerd met vele traditionele toepassingen. Men maakt er banden van om Parraja (draagschalen) te vervoeren en het is een remedie tegen hoofdpijn wanneer het om het voorhoofd wordt gewonden. De U-vormen vertegenwoordigen vrouwen van de Napangardi en Napananka verwantschapsgroepen, de Kirda (eigenaren) van dit verhaal, patroon en land. Onderweg verzamelden de vrouwen eetbare paddestoelen die Jintiparnta heten en maakten ze waterpoelen. De vrouwen worden afgebeeld met hun Karlangu (graafstokken).<BR> <BR> Woestijnkunst. <BR> Het binnenland van Australie bestaat hoofdzakelijk uit woestijn. Sinds duizenden jaren hebben Aborigines in kleine groepen aals jagers en verzamelaars getrokken door deze immense vlakten.<BR> <BR> Bestuurlijk beleid<BR> In de vijftiger en zestiger jaren werden Aborigines samen in bestuurlijke nederzettingen gezet. De verklaring was: "om de Aborigines in het belang van hun eigen ontwikkeling onder controle te houden. In deze gemeenschappen voorzag de overheid hen van enkele faciliteiten zoals betonnen huizen en scholen. Bepaalde gezondheidszorg en werkgelegenheid werd georganiseerd en ze kregen sociale uitkeringen omdat het verzamelen van voedsel beperkt werd. Ingezetenen konden alleen hun gemeenschap verlaten met toestemming van blanke Australiers. <BR> Wanneer nederzettingen overbevolkt werden, werden mensen met vrachtwagens naar andere nederzettingen getransporteerd. Dit gebeurde niet uit vrije wil maar onder dwang. Het gevolg was dat Aborigines soms honderden kilometers terugliepen naar de oude nederzetting en waarop zij vervolgens weer met een vrachtwagen werden teruggebracht.<BR> <BR> De Papunya nederzetting<BR> In de zeventiger jaren werden een aantal stammen verplicht om samen te leven in Papunya. In 1971 kwam een blanke kunstleraar, Geoffry Bardon, naar hun school. Hij raakte door zijn contacten met oudere Aborigines geinteresseerd in hun traditionele schilderingen. De betonnen school waarin hij les gaf kon wel wat kleur gebruiken. Er werd een muurschildering met traditionele patronen door de Aborigines gemaakt. Na enkele experimenten begonnen zij op canvas te schilderen. Omdat het gauw droogt, bleek acrylverf bleek de beste keuze te zijn in deze stoffige omgeving. Vanuit Papunya breidde de kunstbeweging zich uit naar andere nederzettingen waar elke gemeenschap zijn eigen specifieke stijl ontwikkelde.<BR> <BR> De schilderingen<BR> De meeste schilderingen bestaan uit stippen en cirkels. De mannen waren de eerste die overstapten op het acryl/canvas medium. Hun werk is zeer symbolisch en stellen voorouderlijke geschiedenis en nomadische routes voor. De schilderingen lijken vaak op kaarten, vanuit de hemel gezien. Alleen een persoon die aanzienlijke kennis heeft van de afgebeelde locaties en de dromen die daarmee veband houden, begrijpt de symbolen goed. Een cirkel kan een kampplaats, waterput of een vuur voorstellen. In de laatste jaren zijn er steeds meer vrouwen begonnen met schilderen. Hun onderwerpen hebben vaak te maken met het zoeken naar en het bereiden van voedsel. Ze zijn ook geinspireerd door patronen van ceremoniele lichaamsschildering.<BR>

Ngalyipi Jukurrpa - Snake Vine Dreaming

Het land dat met dit schilderij is verbonde met Mina Mina dat in het uiterste westen van Yuendumu ligt. Mina Mina is belangrijk voor de vrouwen van de Napangardi en Napanagka verwantschapsgroepen. Zij beheren de Droom die dit gebied creëerde. De Droom beschrijft de reis van een groep vrouwen van alle leeftijden, die oostwaarts reisden om voedsel en Ngalyipi (Tinospora Smilacina of snake vine- een bepaalde soort wingerd) te verzamelen en gedurende deze reis hielden ze ceremonies. De vrouwen vertrokken uit Mina Mina, waar Karlungu (graafstokken) uit de grond kwamen. Ze namen deze gereedschappen mee en reisden naar het oosten terwijl ze onderweg Janyinki en andere plaatsen stichtten. Hun reis voerde hen uiteindelijk tot buiten het land van de Warlpiri. De kronkellijnen verbeelden Ngalyipi, een veelzijdige soort wingerd met vele traditionele toepassingen. Men maakt er banden van om Parraja (draagschalen) te vervoeren en het is een remedie tegen hoofdpijn wanneer het om het voorhoofd wordt gewonden. De U-vormen vertegenwoordigen vrouwen van de Napangardi en Napananka verwantschapsgroepen, de Kirda (eigenaren) van dit verhaal, patroon en land. Onderweg verzamelden de vrouwen eetbare paddestoelen die Jintiparnta heten en maakten ze waterpoelen. De vrouwen worden afgebeeld met hun Karlangu (graafstokken).<BR> <BR> Woestijnkunst. <BR> Het binnenland van Australie bestaat hoofdzakelijk uit woestijn. Sinds duizenden jaren hebben Aborigines in kleine groepen aals jagers en verzamelaars getrokken door deze immense vlakten.<BR> <BR> Bestuurlijk beleid<BR> In de vijftiger en zestiger jaren werden Aborigines samen in bestuurlijke nederzettingen gezet. De verklaring was: "om de Aborigines in het belang van hun eigen ontwikkeling onder controle te houden. In deze gemeenschappen voorzag de overheid hen van enkele faciliteiten zoals betonnen huizen en scholen. Bepaalde gezondheidszorg en werkgelegenheid werd georganiseerd en ze kregen sociale uitkeringen omdat het verzamelen van voedsel beperkt werd. Ingezetenen konden alleen hun gemeenschap verlaten met toestemming van blanke Australiers. <BR> Wanneer nederzettingen overbevolkt werden, werden mensen met vrachtwagens naar andere nederzettingen getransporteerd. Dit gebeurde niet uit vrije wil maar onder dwang. Het gevolg was dat Aborigines soms honderden kilometers terugliepen naar de oude nederzetting en waarop zij vervolgens weer met een vrachtwagen werden teruggebracht.<BR> <BR> De Papunya nederzetting<BR> In de zeventiger jaren werden een aantal stammen verplicht om samen te leven in Papunya. In 1971 kwam een blanke kunstleraar, Geoffry Bardon, naar hun school. Hij raakte door zijn contacten met oudere Aborigines geinteresseerd in hun traditionele schilderingen. De betonnen school waarin hij les gaf kon wel wat kleur gebruiken. Er werd een muurschildering met traditionele patronen door de Aborigines gemaakt. Na enkele experimenten begonnen zij op canvas te schilderen. Omdat het gauw droogt, bleek acrylverf bleek de beste keuze te zijn in deze stoffige omgeving. Vanuit Papunya breidde de kunstbeweging zich uit naar andere nederzettingen waar elke gemeenschap zijn eigen specifieke stijl ontwikkelde.<BR> <BR> De schilderingen<BR> De meeste schilderingen bestaan uit stippen en cirkels. De mannen waren de eerste die overstapten op het acryl/canvas medium. Hun werk is zeer symbolisch en stellen voorouderlijke geschiedenis en nomadische routes voor. De schilderingen lijken vaak op kaarten, vanuit de hemel gezien. Alleen een persoon die aanzienlijke kennis heeft van de afgebeelde locaties en de dromen die daarmee veband houden, begrijpt de symbolen goed. Een cirkel kan een kampplaats, waterput of een vuur voorstellen. In de laatste jaren zijn er steeds meer vrouwen begonnen met schilderen. Hun onderwerpen hebben vaak te maken met het zoeken naar en het bereiden van voedsel. Ze zijn ook geinspireerd door patronen van ceremoniele lichaamsschildering.<BR>