Set hangertjes met de Ka’ba en het mausoleum van de Profeet Mohammed

Deze set van twaalf zilverkleurige kettinkjes van onedel metaal, elk met een hangertje met een afbeelding van de Ka’ba in Mekka en het mausoleum van de Profeet in Medina, wordt in Mekka verkocht als pelgrimsouvenir. Ze zijn populair onder pelgrims die aan familieleden of vrienden een goedkoop aandenken willen geven met een hoge symbolische waarde. Veel moslims geloven dat het dragen van een hanger met de Ka’ba of het mausoleum van Profeet Mohammed, een mooi gekalligrafeerd Koranvers of een andere religieuze tekst zoals bijvoorbeeld de naam van God op een gouden of zilveren plaatje bescherming kan bieden of zegening geven. Daarom bevatten sieraden vaak dergelijke toevoegingen.<BR> <BR> Het aanschaffen van souvenirs als onderdeel van pelgrimage en Mekka als belangrijk handelscentrum gaan beide ver terug in de geschiedenis. Ook al voor de komst van de islam vonden er in en rondom Mekka festivals en bedevaarten plaats waar ook goederen werden verhandeld. Na de komst van de islam werden de bedevaarten gecontinueerd, en was handel tijdens de hadj en de omrah, de kleine bedevaart, toegestaan. Men mocht zijn koopwaar verkopen na het ritueel op de Berg Arafat op dag twee van de pelgrimsrites. Dan kochten pelgrims praktische spullen in voor de terugreis en (luxe)producten als aandenken aan de bedevaart en als geschenk voor familie en vrienden. (Khan 2013, p. 230) Pelgrims brachten ook producten uit het thuisland mee naar Mekka om daar voor een goede prijs te verkopen en zo hun terugtocht te financieren. Al vroeg in de islamitische geschiedenis had het jaarlijkse aanbod op de bedevaartmarkten dus al een internationaal karakter. Dit werd versterkt doordat (al dan niet tijdelijk gevestigde) handelaren in Mekka en havenstad Djedda stoffen en andere producten importeerden speciaal voor die bedevaartmarkten. De diversiteit in het aanbod en de internationale oriëntatie was daarnaast mede te danken aan de aanwezigheid van buitenlandse kunstenaars en ambachtslieden in Mekka die handgemaakte souvenirs (zoals schilderingen van de Ka’ba door Indiase schilders) maakten, zeker in de negentiende eeuw maar naar grote waarschijnlijkheid al veel vroeger. (Porter 2015, pp. 105-107) Voor pelgrims geldt vaak dat de productieplaats van ondergeschikt belang is: het feit dat de aanschaf in Mekka of Medina plaatsvond en het product dus met de heilige steden in contact is geweest is doorslaggevend. (Mols 2013, p. 76) Hoewel het aanbod in de eerste twee decennia van de 21ste eeuw is uitgebreid met bijvoorbeeld uiteenlopende elektronische apparaten, digitale gadgets en spelletjes, hebben sommige souvenirs zoals bidkleden, bidsnoeren, gouden sieraden en Zemzemwater flesjes niets aan populariteit ingeboet, al is hun verschijningsvorm wel aan verandering onderhevig doordat ook modern design zijn intrede doet in het assortiment van pelgrimsartikelen. Gebleven is het internationale aanbod van aandenkens, met de kanttekening dat de lokaal geproduceerde souvenirs ook vaak door buitenlandse vaklui worden geproduceerd.

Set hangertjes met de Ka’ba en het mausoleum van de Profeet Mohammed

Deze set van twaalf zilverkleurige kettinkjes van onedel metaal, elk met een hangertje met een afbeelding van de Ka’ba in Mekka en het mausoleum van de Profeet in Medina, wordt in Mekka verkocht als pelgrimsouvenir. Ze zijn populair onder pelgrims die aan familieleden of vrienden een goedkoop aandenken willen geven met een hoge symbolische waarde. Veel moslims geloven dat het dragen van een hanger met de Ka’ba of het mausoleum van Profeet Mohammed, een mooi gekalligrafeerd Koranvers of een andere religieuze tekst zoals bijvoorbeeld de naam van God op een gouden of zilveren plaatje bescherming kan bieden of zegening geven. Daarom bevatten sieraden vaak dergelijke toevoegingen.<BR> <BR> Het aanschaffen van souvenirs als onderdeel van pelgrimage en Mekka als belangrijk handelscentrum gaan beide ver terug in de geschiedenis. Ook al voor de komst van de islam vonden er in en rondom Mekka festivals en bedevaarten plaats waar ook goederen werden verhandeld. Na de komst van de islam werden de bedevaarten gecontinueerd, en was handel tijdens de hadj en de omrah, de kleine bedevaart, toegestaan. Men mocht zijn koopwaar verkopen na het ritueel op de Berg Arafat op dag twee van de pelgrimsrites. Dan kochten pelgrims praktische spullen in voor de terugreis en (luxe)producten als aandenken aan de bedevaart en als geschenk voor familie en vrienden. (Khan 2013, p. 230) Pelgrims brachten ook producten uit het thuisland mee naar Mekka om daar voor een goede prijs te verkopen en zo hun terugtocht te financieren. Al vroeg in de islamitische geschiedenis had het jaarlijkse aanbod op de bedevaartmarkten dus al een internationaal karakter. Dit werd versterkt doordat (al dan niet tijdelijk gevestigde) handelaren in Mekka en havenstad Djedda stoffen en andere producten importeerden speciaal voor die bedevaartmarkten. De diversiteit in het aanbod en de internationale oriëntatie was daarnaast mede te danken aan de aanwezigheid van buitenlandse kunstenaars en ambachtslieden in Mekka die handgemaakte souvenirs (zoals schilderingen van de Ka’ba door Indiase schilders) maakten, zeker in de negentiende eeuw maar naar grote waarschijnlijkheid al veel vroeger. (Porter 2015, pp. 105-107) Voor pelgrims geldt vaak dat de productieplaats van ondergeschikt belang is: het feit dat de aanschaf in Mekka of Medina plaatsvond en het product dus met de heilige steden in contact is geweest is doorslaggevend. (Mols 2013, p. 76) Hoewel het aanbod in de eerste twee decennia van de 21ste eeuw is uitgebreid met bijvoorbeeld uiteenlopende elektronische apparaten, digitale gadgets en spelletjes, hebben sommige souvenirs zoals bidkleden, bidsnoeren, gouden sieraden en Zemzemwater flesjes niets aan populariteit ingeboet, al is hun verschijningsvorm wel aan verandering onderhevig doordat ook modern design zijn intrede doet in het assortiment van pelgrimsartikelen. Gebleven is het internationale aanbod van aandenkens, met de kanttekening dat de lokaal geproduceerde souvenirs ook vaak door buitenlandse vaklui worden geproduceerd.